Venezuela en Slovenië hebben in 2024 hun laatste gletsjers verloren, een schokkend bewijs van de toenemende effecten van klimaatverandering. Beide landen hebben nu geen natuurlijke ijsmassa’s meer, een fenomeen dat wereldwijd zorgen baart. Wetenschappers wijzen erop dat dit het begin kan zijn van een trend waarbij meer landen, waaronder Spanje, hun gletsjers volledig kwijtraken.
In Spanje bevinden de laatste gletsjers zich in de Pyreneeën, waar ze steeds sneller verdwijnen. Volgens het Instituto Pirenaico de Ecología (IPE) zijn er momenteel nog maar 15 gletsjers over, met een totale oppervlakte van slechts 143 hectare. Dit is een dramatische afname vergeleken met 2020, toen er nog 23 gletsjers waren die samen 238 hectare besloegen. Halverwege de jaren tachtig was de ijsbedekking in Spanje zelfs meer dan 800 hectare.
Experts voorspellen dat de Spaanse gletsjers binnen enkele decennia volledig verdwenen zullen zijn als de huidige opwarmingstrend doorzet. Deze ijsmassa’s spelen een cruciale rol in het behoud van biodiversiteit en het leveren van water aan omliggende gebieden. Hun verdwijning kan leiden tot aanzienlijke ecologische en economische gevolgen, zoals waterschaarste en verstoring van ecosystemen.
Het smelten van gletsjers is een direct gevolg van stijgende temperaturen wereldwijd. Klimaatexperts waarschuwen dat als de uitstoot van broeikasgassen niet drastisch wordt verminderd, meer landen te maken zullen krijgen met het verlies van deze natuurlijke hulpbronnen. Acties zoals het beperken van fossiele brandstoffen en het bevorderen van duurzame energie zijn essentieel om verdere schade te voorkomen.
Ondertussen blijven wetenschappers de situatie in Spanje nauwlettend volgen. Het land zou een van de volgende kunnen zijn waar de gletsjers volledig verdwijnen, een verlies dat niet alleen symbolisch, maar ook praktisch enorme gevolgen zal hebben.
