De regionale overheid van de Canarische Eilanden is klaar voor het zomerseizoen waarin traditiegetrouw de meeste natuur- en bosbranden plaatsvinden. In totaal zijn er 1.400 brandweerlieden die de beschikking hebben over 160 voertuigen, 18 blushelikopters en blusvliegtuigen en tientallen drones. Er wordt ook gebruikgemaakt van duizenden schapen om de bosbranden juist te voorkomen.
Op de Canarische Eilanden zullen 1.401 brandweerlieden ingezet worden, inclusief technisch personeel, leidinggevenden, coördinatoren, ondersteunende medewerkers, operationele leiders, brandbestrijdingsteams, luchtcoördinatoren en vliegbemanningen. Bovendien zullen er 160 brandweervoertuigen (tankwagens, zware, middelzware en lichte voertuigen), 17 helikopters (zware, middelzware en lichte) en 1 vliegtuig voor het laden op de grond (ACT) zijn. Deze luchtvoertuigen zullen worden ingezet voor zowel brandbestrijding als transport.
Maar om natuur-en bosbranden juist te voorkomen wordt er ook gebruikgemaakt van duizenden schapen die op Gran Canaria bijvoorbeeld verdeeld zijn over 32 kuddes met de daarbij horende schapenherders. Deze ‘bomberos forestales’ hebben de beschikking over 39 van de 57 aangewezen terreinen om brandvrij te houden. De schapenherders worden daarvoor betaald met bedragen tussen de 13.600 en minder dan 100 euro, afhankelijk van het aantal hectare natuur.
De beslissing over de toewijzing van de percelen is genomen op basis van verschillende factoren, zoals hoe dicht de veehouderij bij het betreffende land ligt, het bestaan van overdrachtsrechten of toestemming voor begrazing op aangrenzende privéterreinen, en de belofte om het stuk land intensief te laten begrazen voor 30 juni. Dit laatste moet gebeuren vóór het begin van de periode met het hoogste risico, dat loopt van 1 juli tot 30 september.
Herders beloven overbegrazing op de toegewezen terreinen te voorkomen, niet meer dan 500 dieren tegelijk te laten grazen (300 in ravijnen), te voorkomen dat de dieren verwilderen, verloren dieren onmiddellijk op te sporen en te zorgen dat dieren niet dichter dan 25 meter van de buitenste grenzen van door het Cabildo beheerde publieke infrastructuur komen. Daarnaast moeten ze, om de naleving van de betaalde begrazing te beoordelen, op ten minste een van de dieren in hun kuddes continu een werkende halsband met GPS-apparaat plaatsen.