De recente reis van de Spaanse premier Pedro Sánchez naar China heeft in Europa de aandacht getrokken. Deze diplomatieke missie onderstreept de ambitie van Spanje om als brug te fungeren tussen Europa en Azië, met als doel economische en politieke banden met China te versterken in een tijd van wereldwijde spanningen.
Sinds Sánchez in 2018 aan de macht kwam, heeft Spanje een opmerkelijke economische groei doorgemaakt. In 2024 steeg het bruto binnenlands product met meer dan 3%, de aandelenmarkt kende een stijging van 14,8% en de werkloosheid daalde tot historische dieptepunten. Deze prestaties hebben internationale erkenning gekregen van publicaties zoals The Economist en Financial Times.
Dankzij de goede economie is Spanje nauwer gaan samenwerken met China. Dat land is nu een belangrijke handelspartner geworden en investeert veel meer in Spanje dan voorheen. Er zijn gezamenlijke projecten zoals fabrieken voor elektrische auto’s en duurzame industrieparken. Premier Sánchez is al meerdere keren naar China gereisd, wat laat zien dat hij deze samenwerking serieus neemt en hier op lange termijn op inzet.
Deze toenadering tot China heeft echter geleid tot spanningen met de Verenigde Staten, vooral nu Donald Trump aan de macht is. Sánchez heeft kritiek geuit op het Amerikaanse buitenlandse beleid en zich uitgesproken tegen de wereldwijde opkomst van extreemrechts.
In Europa, vooral in Italië, wordt goed gekeken naar hoe Spanje omgaat met economie en buitenlandse politiek. Sommige experts denken dat deze aanpak kan helpen in de lastige internationale situatie van nu. Spanje zou hierdoor wel eens belangrijker kunnen worden binnen Europa.
Europa moet wennen aan deze nieuwe situatie, maar het is nog onduidelijk hoe andere landen zullen reageren op Spanjes samenwerking met China en wat dat betekent voor de toekomst van Europa.