De inwoners van de dorpen Sepúlveda, Barbolla, Sotillo, Castillejo de Mesleón, Cerezo de Arriba, Cerezo de Abajo en Duruelo bevinden zich in staat van beleg. Er zijn plannen in de maak om de al bestaande mijn rond de dorpen uit te breiden. De nieuwe openluchtmijn zou 4.000 hectare beslaan en de dorpen omsingelen. De verontwaardiging is groot.
Het is het Galicische bedrijf Explotación de Rocas Industriales y Minerales (Erimsa), in handen van het Noorse Elkem, dat haar pijlen richt op de nieuwe mijn in Segovia. Erimsa vroeg aan de raad van Castilla y León toestemming om 30 jaar lang kwarts te ontginnen in een gebied zo groot als 2.000 voetbalvelden.
De zeven dorpen Sepúlveda, Barbolla, Sotillo, Castillejo de Mesleón, Cerezo de Arriba, Cerezo de Abajo en Duruelo op wiens grondgebied de mijn gepland is, tellen samen nog geen 2.000 inwoners. Het gebied rondom is van grote natuurlijke waarde en grotendeels beschermd door het netwerk RedNatura2000.
De woordvoerder van het burgerplatform ter verdediging van het gebied, Marisa Moro, vertelde in Segovia dat Erimsa enkel de mooie kant van het verhaal voorstelt. Het bedrijf zou de werkelijke impact op fauna en flora en op de gezondheid van de buurtbewoners verhullen. Volgens Moro veroorzaken kwartsmijnen de uitstoot van silicumdioxide, een stof die sinds 2017 de hoogste graad van kankerverwekkende stoffen heeft. De stof is niet meteen schadelijk, maar produceert op termijn wel heel wat longziektes.
De mijn zou bovendien weinig werkgelegenheid voorzien in het gebied zelf. Er zouden slechts 6 banen worden gecreëerd naast een aantal vrachtwagenchauffeur posten.
Emrisa verzekert op haar beurt dat hun manier van mijnen onschadelijk is voor de omgeving. Ze zegt enkel een bovenlaag af te graven, en 92% van het materiaal terug op de plek zelf te deponeren. Dat zou ook gepaard gaan met de correcte herstellingswerken. Het is nu wachten op het oordeel van de raad van Castilla en León dat zal beslissen over de toekomst van de zeven getroffen dorpen.