In 2022 schrok Spanje op toen er een reeks bombrieven werd verstuurd naar belangrijke instellingen, waaronder het Palacio de la Moncloa, de residentie van de Spaanse premier. De brieven bevatten potentieel dodelijke explosieven en waren ook gericht aan het ministerie van Defensie, de ambassade van de Verenigde Staten en de Ambassade van Oekraïne. De dader van deze terroristische daden is een 74-jarige gepensioneerde ambtenaar die nu veroordeeld is tot 18 jaar gevangenisstraf.
De verantwoordelijke, Pompeyo González, is veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf voor terrorisme en tot 8 jaar voor het maken, bezitten, plaatsen en gebruiken van explosieve, brandbare of brandgevaarlijke apparaten met terroristische bedoelingen. De rechter heeft deze strenge straf opgelegd vanwege de ernst van González’ daden.
Pompeyo González, de veroordeelde in deze zaak, heeft tussen december 2022 en januari 2023 een reeks bombrieven verstuurd naar verschillende prominente adressen in Spanje. Deze bommen, hoewel ze relatief klein waren, waren potentieel dodelijk en getuigden van een duidelijk motief om angst en paniek te zaaien.
De bombrieven van González waren gericht op verschillende prominente instellingen, waaronder het Palacio de la Moncloa, de officiële residentie van de president van de regering van Spanje, Pedro Sánchez. Ook het ministerie van Defensie ontving een bombrief, net zoals de ambassade van de Verenigde Staten in Madrid, de Oekraïense Ambassade en diverse andere instellingen. Daarnaast waren het Instituut voor Financiële Studies, een laboratorium van het Ministerie van Wetenschap, en een faciliteit van het Ministerie van Volksgezondheid doelwitten van de bombrieven.
De precieze motieven van González zijn nog steeds onduidelijk, maar uit de doelen van zijn aanvallen blijkt dat hij doelbewust de autoriteiten van Spanje en de internationale betrekkingen van het land wilde treffen. Zijn acties suggereren een motivatie die een breed scala aan politieke en sociale grieven omvatte.