In Spanje moeten bijna een half miljoen mensen rondkomen van een niet-bijgedragen pensioen, bedoeld voor wie minder dan 15 jaar heeft bijgedragen. In juli 2025 ontvingen 461.606 mensen zo’n uitkering, verdeeld over ouderdoms- en arbeidsongeschiktheidspensioenen.
Het gemiddelde bedrag voor een niet-bijgedragen ouderdomspensioen lag in juli op 564 euro per maand. Dat is minder dan de helft van het wettelijk minimumloon, dat neerkomt op 1.184 euro bij 14 betalingen per jaar, of 1.381 euro bij 12 maandelijkse betalingen.
Wie een niet-bijgedragen arbeidsongeschiktheidspensioen ontvangt, kreeg gemiddeld 625 euro per maand. Dat hogere bedrag komt vooral door een toeslag van 50 procent voor mensen die extra hulp nodig hebben. In totaal kregen bijna 40.000 ontvangers deze aanvulling, wat het gemiddelde bedrag aanzienlijk omhoog trekt.
Deze lage pensioenen maken ouderen en mensen met een beperking bijzonder kwetsbaar, zeker nu de kosten van levensonderhoud blijven stijgen. In juli lag de inflatie in Spanje op 2,7 procent, waardoor de koopkracht van deze groep verder onder druk komt te staan.
Vakbonden en organisaties waarschuwen al langer dat deze kleine pensioenen ver onder de armoedegrens liggen. Ze vinden het onbegrijpelijk dat, terwijl banken en grote bedrijven recordwinsten maken, tienduizenden gepensioneerden moeten rondkomen met bedragen die amper genoeg zijn voor de vaste lasten.
De discussie over verhoging van deze uitkeringen blijft actueel. Zowel sociale organisaties als politieke partijen dringen erop aan dat de overheid maatregelen neemt om deze groep niet nog verder in de financiële problemen te laten komen.