MADRID – Volgens de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zijn er in totaal circa 107.000 Spaanse toeristen naar Nederland gekomen gedurende het tweede kwartaal (april, mei, juni). Ook voor de zomermaanden juli en augustus zijn de cijfers al bekend met respectievelijk 39.000 en 49.000 Spaanse toeristen in Nederland. In totaal vonden in het tweede kwartaal 251.000 overnachtingen plaats door Spaanse toeristen/bezoekers.
Als we kijken naar de CBS-cijfers over het tweede kwartaal van 2022 dan zien we dat er circa 38.000 toeristen/reizigers uit Spanje in april naar Nederland kwamen terwijl dat er circa 36.000 in mei en circa 33.000 in juni waren. Dat zijn kleine aantallen vergeleken met de meer dan 4 miljoen Nederlanders die het tweede kwartaal van 2022 naar Spanje reisden.
In het tweede kwartaal met 107.000 Spaanse toeristen gingen er circa 69.000 naar de provincie Noord-Holland gevolgd door circa 19.000 toeristen in Zuid-Holland, circa 6.000 naar Noord-Brabant, circa 3.000 naar Gelderland en Utrecht, circa 2.000 naar Limburg en circa 1.000 naar Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en Zeeland gingen terwijl Flevoland minder dan 1.000 Spanjaarden op bezoek kreeg.
In totaal vonden er circa 251.000 overnachtingen plaats door Spaanse toeristen/bezoekers in het eerste kwartaal waarvan circa 173.000 in Noord-Holland, circa 37.000 in Zuid-Holland, circa 12.000 in Noord-Brabant, circa 6.000 in Utrecht, circa 5.000 in Gelderland en circa 4.000 in Limburg.
In het eerste kwartaal was nog sprake van 62.000 Spaanse toeristen in Nederland met in totaal 149.000 overnachtingen, zoals HIER te lezen is. Tot eind augustus zijn in 2022 gedurende de eerste acht maanden alweer 257.000 Spaanse toeristen naar Nederland gekomen. 2021 werd afgesloten met circa 161.000 toeristen/reizigers uit Spanje in Nederland terwijl dat in 2020 nog circa 137.000 was en in het pre-Covid jaar 2019 circa 519.000 was.