MADRID – Meer dan duizend personen betoogden afgelopen zondag in de Peruaanse hoofdstad Lima sinds de Spaanse multinational Repsol 8 dagen terug 6.000 vaten olie lekte voor de kust van Peru. De woede van de bevolking neemt toe nu blijkt dat twee beschermde natuurgebieden aangetast zijn en de officiële versie van Repsol wordt tegengesproken door ooggetuigen.
Repsol is een Spaans energie- en petrochemisch bedrijf dat actief is over de hele wereld, en zijn hoofdzetel heeft in Madrid. Acht dagen geleden lekte het bedrijf 6.000 vaten ruwe olie in de Stille Oceaan voor de kust van Peru. Volgens Repsol zelf was die anomalie het gevolg van een schokgolf uitgestuurd door de onderzeese vulkaanuitbarsting nabij het eiland Tonga.
Een bericht vanuit de mijn- en energiesector wijst er nu echter op dat het in werkelijkheid zou gaan om een menselijke fout. Het Italiaanse vrachtschip Mare Doricum zou door een brute beweging het uitlaatsysteem beschadigd hebben, waardoor de olie in zee terecht kwam.
Vrijdag ging het al om 180 hectare vervuild strand en 713 vervuilde hectare zee in de buurt van Lima. De vissers vakbonden schatten dat zo een 3.000 mensen hun werk kwijt zijn en het ministerie van buitenlandse handel en toerisme schat dat de ramp voor Peru een verlies van 46 miljoen euro zal opleveren. Jaarlijks brengen namelijk zo een 5 miljoen mensen hun vakantie door op de vervuilde stranden.
Het protest in Lima groeit dan ook zienderogen. Zondag organiseerden een twintigtal jeugdorganisaties en vakbonden een bijeenkomst op de meest vervuilde plek, het Cayavero strand. Een van de meest gehoorde kreten was “Repsol, escucha, fuera del país” (Repsol, luister, uit dit land!). De Peruaanse bevolking is boos, des te meer nu het bewijsmateriaal groeit dat de officiële versie van Repsol over het ongeluk niet klopt. Ze eist juridische stappen tegen het bedrijf en een zo snel mogelijke sanering van het aangetaste gebied.