Sierra de las Nieves in de provincie Málaga is zestiende Nationale natuurpark van Spanje

Sierra de las Nieves in de provincie Málaga is zestiende Nationale natuurpark
beeld: Spaanse zilverspar / 123rf
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

MÁLAGA – Spanje is een land vol afwisseling en met tal van spectaculaire natuurparken die het waard zijn om te bezoeken. In totaal heeft Spanje nu 16 Nationale Parken of Parques Nacionales waarvan de bergen Covadonga in de Picos de Europa en het Ordesa natuurpark in de Pyreneeën de eerste waren en al in 1916 als beschermd natuurgebied werden aangeduid. Sinds kort was dat aantal gegroeid tot 15 natuurparken maar sinds deze week kwam daar het Sierra de las Nieves in de provincie Málaga als 16e Parque Nacional bij.

Spanje was met de benoeming van natuurgebieden tot beschermde Nationale Parken een van de pioniers op het gebied van de natuurbescherming. Dat gebeurde bijna 105 jaar geleden in 1916 toen de Montañas de Covadonga in Asturië en het Ordesa gebergte met de Monte Perdido in Aragón tot eerste beschermde Nationale Parken werden benoemd.

In Andalusië zijn vanaf nu drie Parques Nacionales te vinden, de reeds bestaande Doñana in de provincies Sevilla en Huelva en de Sierra Nevada in de provincie Granada en dan nu ook de Sierra de la Nieves in de provincie Málaga.

Het Natuurgebied Sierra de Las Nieves werd in 1989 al door het parlement van Andalusië tot natuurpark (parque natural) verklaard. In 1995 werd het toegevoegd aan de lijst van biosfeerreservaten van de UNESCO. Het bevindt zich tussen de gemeenten Ronda, El Burgo, Yunquera, Tolox en Parauta. De hoogste bergtop is de Torrecilla (1.919 m). 

In 2019 zou het gebied uitgeroepen worden tot zestiende Nationale Park van Spanje, maar de erkenning als Parque Nacional liep vertraging op tot 2021. Het Nationaal Park beslaat 23.000 hectare (en is dus kleiner dan het vroegere natuurpark) in de gemeenten Benahavis, El Burgo, Istán, Monda, Parauta, Ronda, Tolox en Yunquera.

Het park is vooral bekend om de bossen van Spaanse zilverspar (pinsapar española) want 65 procent van de totale zilverspar bossen oppervlakte in Spanje komt in de Sierra de Las Nieves voor. Verder zijn er heel wat grotten (Hoyos del Pilar, Hoyos de Lifa, Cuevas del Moro). In het nationaal park leven onder andere de steenarend en de havikarend. 

Hoewel het park enkele tientallen kilometers verwijderd is van de Costa del Sol, is er door de hoge ligging kans op sneeuw. Het park wordt ontsloten door onverharde wegen en er zijn goede wandelmogelijkheden.