Literaire reisgids van Spanje: verhalen voor de literaire toerist (23)

Literaire reisgids van Spanje: verhalen voor de literaire toerist (23)
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

INTRO: Elke week plaatsen we aan de hand van de tips en informatie van de ‘Typisch Spanje’ auteur Frieda Kleinjan een reis door Spanje maar dan op een andere manier. Dat doet de schrijfster door middel van bekende en minder bekende boeken en romans om zo de link tussen het reizen, de cultuur en literatuur te maken tijdens de wekelijkse ‘literaire reisgids van Spanje’, een must voor de lezers die aan ‘literair toerisme’ willen doen. Via de links in het artikel zijn de boeken meteen te bestellen om zo al aan jouw literaire reis door Spanje te beginnen.

Je zou literair toerisme kunnen omschrijven als een soort cultureel toerisme dat zich heeft ontwikkeld op plekken die verband houden met gebeurtenissen in fictieve teksten. Met andere woorden: het is een nieuw soort cultureel toerisme dat fictie verbindt met de echte wereld. 

In de voetsporen van…

Zin om zomaar ergens naartoe te gaan? Laat je dan meevoeren door de jonge reiziger uit het verhaal Alcarria van Camilo José Cela. Of mijmer met Manuel Vilas over zijn geboorteplaats Barbasto, waar zich talrijke reizen ontvouwen uit zijn kindertijd. Met als gids ‘De gele regen’ van Julio Llamazares ontdek je het dorpje Ainielle in de Aragonese Pyreneeën en de gevolgen van de leegloop van het Spaanse platteland. Dat is ook waar Sergio del Molino in ‘Het godvergeten Spanje’ op intrigerende wijze over schrijft. Maar wie de fictieve avonturen wil beleven van Don Quichot en Sancho Panza, moet beslist de Quichote-routes afleggen. Dat kan te voet, per fiets of per auto. Verken je liever het fictieve Vetusta van Leopoldo Clarín? Maak dan een wandeling aan de hand van La Regenta in het Oviedo van vandaag.

Julio Llamazeres: ‘De gele regen’

Het geboortedorp Vegamián van dichter, schrijver en essayist Julio Llamazares (1955) is door de bouw van een stuwdam in de rivier El Porma onder water komen te staan. Hij was toen 13 jaar. In zijn latere werk heeft hij dit thema vaak gebruikt, maar dan gericht op de leegloop van het Spaanse platteland. Dit komt het indringendst tot uiting in De gele regen, La lluvia amarilla (1988), waar de laatste bewoner, Andrés, van het dorpje Ainielle, in de Aragonese Pyreneeën, in een soort monoloog interieur zijn leven de revue laat passeren. Hij heeft ervaren hoe boeren en herders uit deze hechte gemeenschap begonnen weg te trekken, hoe het dorp is teruggeëist door de natuur en zijn strijd de tijd tegen te houden zinloos is geweest. Nadat zijn vrouw zelfmoord heeft gepleegd blijft hij alleen achter met zijn hond en onttrekt zich aan ieder menselijk contact, voor hem volstaan zijn herinneringen die als schimmen in zijn huis en hoofd rondspoken.

Naar aanleiding van ‘De gele regen’, inmiddels een moderne klassieker, is een wandelroute uitgezet, die begint in Oliván, waar je langs een bospad een weggetje tegenkomt dat steeds smaller en steiler wordt. Lopend tussen muren van braamstruiken, viooltjes en primula’s bereik je de hoogte van waaruit je Ainielle kunt zien liggen met zijn tussen mos en klimop vervallen huizen en een robuuste schoorsteen die de tand des tijd heeft doorstaan. Als je dichterbij komt zie je wat schuurtjes en de molen, en kom je langs de verlaten school met de kapotte ramen waar op de muur de woorden staan: Een deel van mijn hart zal altijd op deze plek zijn. De struiken zijn de erven en steegjes binnengedrongen zodat het een labyrint lijkt waartussen je de kerk ontdekt, die niet veel meer dan een ruïne is. Toch staan er soms verse bloemen op het altaar, die daar door de vroegere bewoners ieder jaar worden neergezet ter ere van hun voorouders.

Julio Llamazares, De gele regen, Uitgeverij Signatuur 2006, tweedehands, vertaling Francine Mendelaar, D. Meijnderts

Sergio del Molino: ‘Het godvergeten Spanje’

Wie door de Meseta, de Spaanse hoogvlakte, zwerft zal het niet ontgaan, de talloze vervallen gehuchten die het gebied doorboren. Ze veronderstellen een rurale exodus. En dat klopt. In twintig jaar tijd, tussen 1950 en 1970, is het Spaanse platteland leeggelopen waardoor er een donker gat is ontstaan dat tien provincies beslaat. Heel in de verte zie je de lichtjes van de kust flikkeren. 

In het in 2016 geschreven boek van Sergio Del Molino (1979), Het godvergeten Spanje, La vacía de España, verhaalt de schrijver uitgebreid over die leegloop en de oorzaken ervan. Maar hij doet dat via een wonderlijke mengeling van genres, die lopen van reisboek tot literair essay, van roman tot sociale kroniek. Nooit eerder was er op die manier over Spanje geschreven. Het is een intrigerende expeditie waarin hij het opneemt voor het immense binnenland.

De schrijver en journalist Del Molino voert zichzelf op als personage dat uitgebreide gesprekken voert met de laatste bewoners van zulke godvergeten dorpjes. Zo vertelt er eentje hoe hij het schooltje heeft zien verdwijnen, de timmerman, de smederij, de bars, talloze huizen…, maar ook moestuinen en olijfgaarden. Zuchtend zegt hij: ‘De hoogvlakte wordt het Lapland van het zuiden genoemd omdat het een lagere bevolkingsdichtheid heeft dan het noorden van Finland.’

Voor de exodus zijn vele redenen aan te wijzen. Tijdens het Franco-regime waren goedkope arbeidskrachten nodig voor de industrie en de bouw en die woonden op het platteland. Zo ontvangt Barcelona in de jaren zestig in luttele jaren zo’n vierhonderdduizend migranten, die zich vestigen aan de rand van de stad. Er waren ook handen nodig voor de herbebossing van bergen met pijnbomen. Het franquisme beloofde exploitatie van dennenhout. Maar meer dan zestig jaar later zijn de pijnbomen nog maar anderhalve meter hoog. Ze gedijen er niet. Waar de mensen maar amper over vertellen is dat ook de Guardia Civil een rol speelde bij de ontvolking. Met het geweer in de hand werden ze uit hun huizen gehaald om de infrastructuur aan te leggen. En zo gaat Del Molino nog een tijdje door.

Ook al lardeert hij zijn visie op de leegloop van het Spaanse platteland met vele andere genres, waar het hem vooral om gaat is dat het hart van Spanje blijft kloppen.

Voor Het godvergeten Spanje heeft hij verschillende prijzen in ontvangst mogen nemen. Door de Spaanse krant El País werd het uitgeroepen tot een van de beste tien boeken van 2016.

KLIK HIER om dit boek te bestellen. Het godvergeten Spanje – Een reis door een land dat nooit bestond, Sergio Del Molino, uitgeverij De Blauwe tijger, 2018, vertaling M. Vanderzee.

typisch

‘Typisch Spanje’
Het boek ‘Typisch Spanje rondgang door een eigenzinnig land’ geschreven en samengesteld door Frieda Kleinjan, is een bundel met fascinerende verhalen over uiteenlopende onderwerpen: architectuur, beeldende kunst, literatuur, sport, film, natuur, muziek, tradities… Al die verschillende cultuuruitingen vormen de identiteit van Spanje, leggen de ziel ervan bloot, tonen het land in al haar schakeringen. Voor elke Spanjeliefhebber valt er iets nieuws te ontdekken. KLIK HIER om dit boek te bestellen.