De Spaanse pensioenen blijven jaar na jaar groeien. In september 2025 bedraagt de gemiddelde pensioenuitkering van de Sociale Zekerheid 1.314 euro bruto per maand. Dat is bijna 5 procent meer dan in dezelfde maand van 2024 en geldt voor alle soorten pensioenen samen.
Voor wie officieel met pensioen is, zijn de cijfers nog gunstiger. Het gemiddelde ouderdomspensioen komt nu uit op 1.508 euro bruto per maand, een stijging van 4,5 procent ten opzichte van een jaar geleden. Ongeveer 6,5 miljoen mensen ontvangen dit pensioen, waarvan bijna 60 procent mannen.
De verschillen tussen sectoren zijn groot. ‘Normale’ gepensioneerden krijgen gemiddeld 1.668 euro bruto per maand, terwijl zelfstandigen slechts 1.011 euro bruto ontvangen. In de mijnbouwsector loopt het bedrag op tot bijna 2.908 euro bruto, en ook in de maritieme sector ligt het gemiddelde boven de 1.670 euro bruto.
De totale kosten voor de Sociale Zekerheid blijven daarmee stijgen. Alleen al in september werd 13,6 miljard euro uitgekeerd aan meer dan 10,3 miljoen pensioenen. Ruim 73 procent daarvan ging naar ouderdomspensioenen, de rest naar andere uitkeringen zoals pensioenen voor weduwen en weduwnaars (2,2 miljard euro), arbeidsongeschiktheid (1,2 miljard euro), wezen (179 miljoen euro) en familieleden (36 miljoen euro).
Alle genoemde bedragen zijn vóór aftrek van belastingen. Gepensioneerden betalen meestal geen zorgkosten of medicijnen. Verdien je minder dan 15.000 euro per jaar aan pensioen? Dan hoef je meestal geen belastingaangifte te doen en geen inkomstenbelasting te betalen. De belastingdienst kijkt ook naar je persoonlijke situatie, zoals of je samenwoont of alleen bent, en hoeveel mensen belasting betalen.
Tussen 0 en 12.450 euro is dat 19% inkomstenbelasting; tussen 12.450 en 20.200 euro is dat 24%; tussen 20.200 en 32.500 euro is dat 30%; tussen 32.500 en 60.000 euro is dat 37%; tussen 60.000 en 300.000 euro is dat 45%; vanaf 300.000 euro is dat 47%.