Elke week plaatsen we aan de hand van de tips en informatie van de ‘Typisch Spanje’ auteur Frieda Kleinjan een reis door Spanje maar dan op een andere manier. Dat doet de schrijfster door middel van bekende en minder bekende boeken en romans om zo de link tussen het reizen, de cultuur en literatuur te maken tijdens de wekelijkse ‘literaire reisgids van Spanje’, een must voor de lezers die aan ‘literair toerisme’ willen doen. Via de links in het artikel zijn de boeken meteen te bestellen om zo al aan jouw literaire reis door Spanje te beginnen.
Je zou literair toerisme kunnen omschrijven als een soort cultureel toerisme dat zich heeft ontwikkeld op plekken die verband houden met gebeurtenissen in fictieve teksten. Met andere woorden: het is een nieuw soort cultureel toerisme dat fictie verbindt met de echte wereld.
Maar wanneer is iemand een literair toerist? Om een paar voorbeelden te noemen: als je na het leven van ‘De kathedraal van de zee’ van Ildefonso Falcones staat te popelen om Barcelona te bezoeken, je wilt rondzwerven in het oude centrum van Oviedo om de schaduwen van ‘La Regenta’ te ontdekken of zó wordt meegesleept door de avonturen van ‘Don Quichot’ dat je wilt weten door welke plekken Miguel de Cervantes werd geïnspireerd dan mag je jezelf met recht een literair reiziger noemen. Het zijn overigens niet alleen Spaanse auteurs wiens sporen aantrekkingskracht uitoefenen. Zo dwalen lezers van ‘The Sun Also Rises’ van Ernest Hemingway door de straten van Pamplona om er de San Fermínfeesten te vieren en is de tocht die Washington Irving in 1829 maakte van Sevilla naar Granada om er de ‘Tales of Alhambra’ te schrijven een van de populairste routes van Andalusië.
Van Hemingway tot Couperus
Het zijn niet alleen Spaanse auteurs wiens sporen aantrekkingskracht uitoefenen. Zo dwalen lezers van En de zon gaat op, van Ernst Hemingway door de straten van Pamplona om er de San Fermínfeesten te vieren en is de tocht die Washington Irving in 1829 maakte van Sevilla naar Granada om er de Verhalen van het Alhambra te schrijven een van de populairste routes van Andalusië. In Saluut aan Catalonië neemt George Orwell je mee naar Barcelona en het Monegros-gebergte. Louis Couperus kwam tijdens een reis door Spanje in aanraking met overblijfselen uit de Moorse tijd. Hierover verhaalt hij in De ongelukkige.
George Orwell: ‘Saluut aan Catalonië’
Zoals veel andere intellectuelen trok de Britse schrijver en journalist Eric Blair, alias George Orwell (1903-1950) aan het begin van de Burgeroorlog naar Spanje om erover te berichten. Toen hij in Barcelona aankwam geloofde hij nog heilig in de revolutie en aanschouwde kritisch wat er gaande was. Hij constateerde dat de Spaanse en de Catalaanse nationalisten lijnrecht tegenover elkaar stonden. De nationalisten waren toen nog aan de macht, maar syndicalisten, anarchisten en communisten voerden er de boventoon. Bijna elk gebouw was versierd met rode vlaggen of met roodzwarte van de anarchisten. Mensen in grove arbeiderskleren of blauwe overalls slenterde over de Rambla, uit luidsprekers kwamen revolutionaire liederen. Min of meer toevallig sloot Orwell zich aan bij de marxistische splinterpartij POUM, Partido Obrero de Unificación Marxista. Hij dacht zijn ideale vorm van socialisme gevonden te hebben. Vervolgens meldde hij zich aan bij de Leninkazerne en ging in dienst bij de militie die zichzelf ‘trotskistisch’ noemde. Hij droomde van een roemrijke strijd tegen de fascisten van Franco, maar al snel drong tot hem door dat het een illusie was. Het revolutionaire Spanje bleek een armzalig, amateuristisch zooitje, dat zelfs tegen elkaar begon te vechten, wat voor Franco een gelukstreffer was. Orwell werd naar het front in Aragón gestuurd. Hij kwam daar terecht in een loopgraaf in het Monegros-gebergte, in de buurt van het dorpje Alcubierre, met enkel een roestige Mauser uit 1896. Er was nauwelijks iets te beginnen tegen de vijand waar ze door een ravijn van gescheiden waren. Door gebrek aan loopgraafmortieren konden de marxisten en nationalisten alleen tegen elkaar schreeuwen: ‘Vuile fascist’, waarop de ander antwoordde met ‘smerige verrader.’ Nadat hij gewond raakte, keerde hij terug naar Barcelona en ontdekte dat de stad compleet veranderd was: de militie-uniformen en overalls waren uit het straatbeeld verdwenen; overal zag je officieren van het Volksleger.
Zijn verblijf in Spanje tekende George Orwell op in zijn boek Saluut aan Catalonië, Hommage to Catalonia. Hoewel zijn toon aanvankelijk licht ironisch is, wordt die gaandeweg cynischer, reden daarvoor is dat hij zwaar teleurgesteld was in de communisten. ‘Saluut aan Catalonië’ is een uniek beeldend relaas over de Spaanse Burgeroorlog. Hij beschrijft zowel het dagelijks leven in Barcelona als zijn ervaringen in de loopgraven. Bovendien wordt de lezer geïnformeerd over zowel de Spaanse als de Europese situatie in die tijd.
Orwell-route
Nu de Burgeroorlog niet meer taboe is, heeft de regering van Aragón een Orwell-route uitgezet in de omgeving van Alcubierre, waarvan de schrijver-journalist in zijn boek de volgende omschrijving geeft: ‘Het voortdurend komen en gaan van troepen had het dorp doen vervallen tot een staat van onbeschrijflijke smerigheid.’ Vanuit die plaats werden dagelijks voorraden in gepantserde voertuigen geladen en naar de loopgraven in de frontlinie gebracht.
Het makkelijkst is die te bereiken via Monte Iranzo, bekend als La Loma Orwell. Rijdend langs de A-129 van Leciñena naar Alcubierre komt na zo’n kwartier de wegwijzer die je naar de juiste plek leidt, de plek waar Orwell zijn strijd als soldaat begon. Je treft er gerenoveerde bunkers aan, communicatie loopgraven, zandzak barricades, schietloopgraven en andere onderdelen van een militaire nederzetting. Niet ver daarvandaan is er bij de Tres Huegas het gerenoveerde oorlogserfgoed te vinden dat diende als schuilplaats voor de Franco-troepen. Wie meer wil weten over dit gebied in oorlogstijd kan ook het Interpretatie- en Documentatiecentrum in Robres bezoeken.
KLIK HIER om dit boek te bestellen. Saluut aan Catalonië, George Orwell, uitgeverij De Arbeiderspers, 2017, met voorwoord van Geert Mak, vertaling Aad Nuis
Louis Couperus: ‘De ongelukkige’
In 1913, vlak voor de Eerste Wereldoorlog, kwam de Nederlandse schrijver Louis Couperus (1863-1923) tijdens een reis door Spanje in aanraking met de overblijfselen uit de Moorse tijd. Hij bezocht er het Alhambra in Granada waar zich aan het eind van de 15e eeuw het leven van Boabdil, de Spaanse naam voor de Arabische overheerser Abu-Abdallah, afspeelde. Dat wakkerde zijn enigszins in het slop geraakte schrijverschap dusdanig aan dat hij er de roman De ongelukkige over schreef.
‘De ongelukkige’, is de weifelachtige koning Boabdil. Door drie wijzen is bij zijn geboorte al voorspeld dat hij tijdens het leven van zijn vader zal regeren, dat hij ongelukkig zal zijn en dat “Hem de Granaatappel zal vallen uit de hand en anderen de pitten zullen plukken’. Doorlopend zit Boabdil tussen twee vuren. Aan de ene kant moet hij loyaal zijn aan het Spaanse koningspaar, wiens vazal hij is, aan de andere kant zijn er zijn geloofsgenoten die hem verwijten dat hij zijn hoogste opdracht niet vervult, het verslaan van de Ongelovigen (de niet-moslims). Boabdil ziet zichtzelf als een speelbal van het Noodlot, als de Ongelukkige. Het ‘noodlot’ is een geliefd thema van Couperus en dat bereikt een hoogtepunt in de beschrijving van het overspel waar de Moorse koning zijn vrouw van beschuldigt. Een rijk scala aan noodlottigheden, angsten en wantrouwen volgen elkaar op. Ondanks het tamelijk gezwollen taalgebruik is dit het beste deel van het boek; het krijgt zelfs thrillerachtige trekjes. Boabdil is uiteraard als laatste Moorse heerser in Spanje, een figuur bij uitstek om te beschrijven omdat zijn strijd de ondergang van een tijdperk inluidt. Dat doet Couperus als een sprookje in een stijl die bekend is van zijn beroemdste romans, zoals Eline Vere, De stille kracht en Van oude mensen de dingen die voorbijgaan.
Het werk van Couperus omvat velerlei genres. Hij debuteerde met poëzie, legde zich vervolgens toe op psychologische romans, waarmee hij grote bekendheid verwierf. Daarnaast schreef hij cultuursprookjes, historische romans en reisverslagen. Het reizen zat hem in het bloed. Tussen 1987 en 1996 verscheen zijn oeuvre in een 50-delige wetenschappelijke editie. ‘De ongelukkige’ is deel 36.
KLIK HIER om dit boek te bestellen. Louis Couperus De ongelukkige, uitgever L.J. Veen klassiek, 2013.
‘Typisch Spanje’
Het boek ‘Typisch Spanje rondgang door een eigenzinnig land’ geschreven en samengesteld door Frieda Kleinjan, is een bundel met fascinerende verhalen over uiteenlopende onderwerpen: architectuur, beeldende kunst, literatuur, sport, film, natuur, muziek, tradities… Al die verschillende cultuuruitingen vormen de identiteit van Spanje, leggen de ziel ervan bloot, tonen het land in al haar schakeringen. Voor elke Spanjeliefhebber valt er iets nieuws te ontdekken. KLIK HIER om dit boek te bestellen.