Steeds meer grootouders in Spanje trekken aan de bel. Ze zijn dol op hun kleinkinderen, maar willen niet langer vanzelfsprekend de rol van dagelijkse oppas op zich nemen. “Ik wil opa zijn, geen oppas”, klinkt het steeds vaker onder gepensioneerden die hun eigen tijd en vrijheid willen behouden.
Volgens deskundigen is de bereidheid van grootouders om te helpen stevig verankerd in de mediterrane cultuur. Toch is de druk tegenwoordig buitensporig: bijna de helft van de Spaanse grootouders past geregeld op en bijna een derde doet dit zelfs dagelijks. Dat zorgt bij velen voor vermoeidheid en gezondheidsklachten.
Steeds vaker wordt gesproken over het zogenoemde “syndroom van de overbelaste grootouder”. Door de voortdurende zorg raken veel ouderen uitgeput, kampen ze met stress en soms zelfs depressieve gevoelens. Daardoor verdwijnt de balans tussen genieten van het pensioen en de voortdurende verplichting richting familie steeds verder naar de achtergrond.
De moeizame combinatie van lange werktijden en gezinsleven dwingt veel ouders steeds vaker een beroep te doen op grootouders. Zo vertelt een vader hoe ingewikkeld het is om opvang te regelen bij schooluitval of ziekte, waardoor opa en oma vaak de enige overblijvende oplossing zijn.
Grootouders benadrukken daarbij dat hun “protest” niets met egoïsme te maken heeft. Ze willen een actief en zelfstandig leven leiden: sporten, reizen, vrijwilligerswerk doen of gewoon tijd maken voor vrienden. Het grootouderschap blijft voor hen waardevol, maar ze willen die rol in vrijheid en met plezier vervullen.
