Het model voor reguliere lijnbussen voor middellange en lange afstand in Spanje is “ouderwets”, zegt de algemeen directeur van FlixBus in Spanje en Portugal. Hij eist dat het proces van liberalisering van dit vervoer wordt versneld. Hij herinnert eraan dat de huidige Spaanse regelgeving uit 1987 stamt en al meer dan 30 jaar niet is geactualiseerd, terwijl de markt en de behoeften van de passagiers een belangrijke verandering hebben ondergaan. Hij wijst erop dat er in Spanje 2.800 touringcarbedrijven zijn die geen nieuwe routes kunnen openen aangezien de wetgeving dit niet toestaat.
Spanje heeft het luchtverkeer in de jaren 90 geliberaliseerd. Het is ook een pionier in de liberalisering van het treinvervoer, omdat het het enige land is met drie hogesnelheidstrein maatschappijen in Europa. Dus waarom is er zoveel weerstand tegen het openen van de markt voor langeafstandsbussen?, vroeg de directeur van Flixbus gisteren tijdens een persconferentie ter gelegenheid van het vijfde jubileum van het bedrijf in Spanje.
Hij herinnerde eraan dat tot de parlementsverkiezingen van 23 juli 2023 in het Congres van Afgevaardigden de Wet op Duurzame Mobiliteit werd besproken. Deze wet was weliswaar geen definitieve oplossing, maar was wel een eerste stap. Het voorzag niet in volledige liberalisering, maar liet toe om de opening van enkele routes te onderzoeken. De wet verviel echter door de verkiezingen en moet nu opnieuw worden opgesteld. Daarom heeft de algemeen directeur van FlixBus in Spanje en Portugal het nieuwe kabinet gevraagd om de wet zo snel mogelijk in werking te stellen.
Tot de voordelen van liberalisering van dit vervoersmodel behoren de verlaging van de ticketprijzen, zoals is gebeurd in Frankrijk, Italië en Portugal. Spanje is het duurste land om van de ene provincie naar de andere te reizen. Het is 40% duurder dan Portugal en 80% duurder dan Frankrijk en Italië. De reden is dat Spanje een van de weinige landen is die niet openstaat voor echte concurrentie.
Een goed voorbeeld van de veranderingen die liberalisering van dit vervoer met zich meebrengt, is Portugal dat dit proces in 2019 heeft doorgevoerd. De tarieven zijn in 2022 tussen 24% op de route Lissabon-Porto en 51% op de route Porto-Coimbra gedaald. Bovendien is het aantal licenties voor touringcarbedrijven van vier naar dertig gegaan en is de gemiddelde bezettingsgraad van de bussen 62%, met uitschieters tot boven de 70% voor sommige bedrijven.