Premier Pedro Sánchez heeft op de internationale Pride-dag stilgestaan bij het feit dat het homohuwelijk al twintig jaar legaal is in Spanje. Op sociale media bedankte hij iedereen die heeft meegewerkt aan deze wet en noemde hij Spanje nu “een eerlijker en vrijer land”.
Sánchez was deze week ook aanwezig bij een speciale herdenking in Madrid. Daar benadrukte hij dat mensen die in hun eigen land niet zichzelf kunnen zijn, welkom zijn in Spanje. Volgens hem is het belangrijk dat Spanje een voorbeeld blijft van vrijheid en gelijke rechten.
De wet op het homohuwelijk werd goedgekeurd op 30 juni 2005 en ging in op 3 juli. Spanje was toen het vierde land ter wereld dat dit mogelijk maakte. Sindsdien zijn er meer dan 75.000 huwelijken gesloten tussen mensen van hetzelfde geslacht.
De wet kwam er dankzij de toenmalige socialistische regering van Zapatero. De meeste rechtse partijen waren toen tegen, maar in 2012 bevestigde het Spaanse Grondwettelijk Hof dat de wet geldig is.
Sánchez herhaalde dat zijn regering geen stap terug zal doen. Hij wil dat de rechten van de LGTBI-gemeenschap beschermd blijven. “We gaan niet toestaan dat iemand weer terug de kast in moet”, zei hij.
Het homohuwelijk is volgens premier Sánchez een voorbeeld van hoe wetten de samenleving eerlijker kunnen maken. Hij wil blijven vechten voor vrijheid, diversiteit en gelijkheid in Spanje.
