De Spaanse regering wil een nieuwe regeling invoeren waarmee gepensioneerden gedeeltelijk terug kunnen keren naar de arbeidsmarkt. Deze zogenaamde ‘jubilación reversible’ biedt de mogelijkheid om weer (deels) te gaan werken en tegelijkertijd het pensioen met tien tot twintig procent te verhogen.
Het idee is dat gepensioneerden die minstens zes maanden met pensioen zijn, in deeltijd terugkeren. Voor werknemers betekent dat een werkweek van 40 tot 80 procent, voor zelfstandigen ligt die grens tussen de 25 en 75 procent. In ruil daarvoor ontvangen zij een extra pensioenbedrag zolang zij actief blijven.
Voor de gepensioneerden is dit financieel aantrekkelijk: ze combineren een salaris met een hogere pensioenuitkering. Voor de overheid is het een besparing, want de totale pensioenuitgaven liggen inmiddels rond de tienduizend miljoen euro per maand.
Tot nu toe bestond er in Spanje al een systeem van ‘flexibel pensioen’, maar dat werd nauwelijks gebruikt: slechts 0,1 procent van de gepensioneerden koos daarvoor. Met deze nieuwe aanpak hoopt de regering dat veel meer mensen bereid zijn langer door te werken.
De cijfers laten zien waarom de maatregel nodig is. In 2024 kwamen er 368.000 nieuwe pensioenuitkeringen bij en in 2030 wordt verwacht dat dat aantal richting de 400.000 zal gaan. Met de nieuwe regeling verwacht de regering dat jaarlijks zo’n 1,8 procent van de nieuwe gepensioneerden voor de ‘reversible’ optie kiest. Dat zou over vijf jaar neerkomen op meer dan 30.000 mensen.
De verwachting is dat dit plan niet alleen helpt de pensioenuitgaven te verlagen, maar ook een waardevolle bijdrage levert aan de arbeidsmarkt, die kampt met een tekort aan ervaren krachten.
