Het Franse bedrijf Blablacar, in essentie een platform om autoritten op te delen, heeft grote plannen in Spanje. Het wil er meer van haar bussen uitrollen en brengt daarmee spanning binnen die vervoerssector.
Nog maar 15 jaar geleden was de deeleconomie in Spanje nog bijna niet bestaand. Uber was nog niet geland, Glovo bestond zelfs niet en de taxi’s hadden geen flauw idee over een app als Cabify. Op dat moment kwam ook Blablacar in Spanje aan. Dat Franse platform biedt gebruikers aan ritten te publiceren en zo de kosten van de benzine te verdelen tussen onbekenden.
Vandaag de dag is het systeem goed ingeburgerd en in Spanje alleen al goed voor honderdduizenden gebruikers per jaar. Blablacar is niet enkel op die manier concurrentie voor publieke bussen. Het bedrijf heeft ook haar eigen vloot en wil die nu in Spanje verder uitrollen.
Vandaag opereren de bussen van Blablacar al op 40 Spaanse routes. Vanuit steden als Madrid, Zaragoza, Girona of Badajoz bijvoorbeeld. Het zijn allemaal langeafstandslijnen die één iets met elkaar delen: de eindbestemming ligt buiten de Spaanse grenzen. Na de liberalisering van de Spaanse hogesnelheidstreinen, pusht Blablacar nu voor eenzelfde opengooien van de markt van het busverkeer.
In Frankrijk zijn de bussen van Blablacar al nummer 1 wat betreft de lange afstanden. In Spanje functioneren de lange afstandsbussen echter met een systeem van concessies. Elk bedrijf heeft een serie licenties die dat bedrijf het recht geven om een bepaalde lijn helemaal te voorzien. Daarom kunnen zowel Flixbus als Blablacar in Spanje voorlopig enkel internationale reizen organiseren.
De grote Spaanse spelers als Alsa, Samar en Avanza verdedigen het oude systeem natuurlijk met hand en tand. Of ze de druk van Blablacar, Flixbus of kleinere bedrijven als Iryo nog lang kunnen weerstaan is echter nog maar zeer de vraag.