MADRID – 70% van de ambtenaren in Spanje zegt dat het thuiswerken voor hen makkelijk te realiseren is. Deze grote groep ‘funcionarios’ meent dat het thuiswerken de norm moet worden in bepaalde sectoren van het ambtenaren netwerk in Spanje. Dat bleek uit een enquête van de vakbond UGT onder de ambtenaren die tijdens de eerste weken van de noodtoestand thuis hebben gewerkt en/of dat nu nog steeds doen.
Spanje had in juli 2019 in totaal 2,6 miljoen ambtenaren waarvan 70% nu zegt dat ze makkelijk aan ‘teletrabajo’ ofwel thuiswerken kunnen doen. 52% van de ondervraagden meent dat het een goede ervaring was/is en dat ze door zouden gaan met thuiswerken als dat toegestaan zou zijn. 43% zegt dat het zowel voordelen als nadelen heeft, vooral als men kinderen thuis heeft.
Volgens de gegevens over het eerste half jaar van 2019 is het aantal ambtenaren ofwel personen dat in een openbare betrekking een deel van de overheidstaak verricht, in Spanje met 17.187 werknemers gegroeid. In totaal heeft Spanje nu bijna 2,6 miljoen ‘trabajadores públicos’ werkzaam in verschillende overheidsinstellingen. De cijfers over 2020 zijn nog niet bekend maar zullen niet veel verschillen met die van 2019.
Van het totaal aantal ambtenaren werken er 513.954 voor de centrale overheidsinstellingen (Administración Pública Estatal), 1.499.304 ambtenaren voor de autonome regio’s instellingen (Administración de las Comunidad Autónomas) en 538.317 ambtenaren voor lokale instellingen zoals de gemeenten (Administración Local).
Volgens de cijfers die op deze website zijn terug te vinden zijn er 257.816 Fuerzas y Cuerpos de Seguridad del Estado waaronder 117.521 militairen (Fuerzas Armadas), 65.105 agenten van de Policía Nacional en 75.190 agenten van de Guardia Civil. Bij de verschillende afdelingen van justitie (Administración de Justicia) werken 19.115 personen.
Bij de verschillende autonome regionale instellingen is het aantal ambtenaren aanzienlijk gegroeid met 14.754 ambtenaren (terwijl dit bij de staatsinstellingen 869 personen was). Daarbij waren de grootste stijgers te merken bij het gezondheidspersoneel (Instituciones Sanitarias) met 16.916 werknemers meer terwijl dit er 6.258 minder waren bij de niet universele leerkrachten (Docencia No Universitaria).