In Spanje bevinden zich ruim 86.000 gebouwen in gebieden waar volgens de kustwet geen nieuwe bebouwing is toegestaan. Deze panden liggen binnen de zogeheten publieke zeedomein en kunnen door de staat worden aangepast of zelfs gesloopt.
Ongeveer 53 procent van deze panden betreft woningen. De rest bestaat uit gebouwen voor openbare diensten (17 procent), industrie (12 procent) en commerciële activiteiten (10 procent). Vooral in regio’s als Murcia, de Valenciaanse Gemeenschap en de Canarische Eilanden ligt het percentage woningen nog hoger, tot wel 70 procent.
Als we kijken naar grotere woningen van minimaal 100 vierkante meter, dan telt Spanje er 8.352 binnen deze risicogebieden. Galicië voert die lijst aan, gevolgd door Ceuta en de Canarische Eilanden. Andalusië heeft weliswaar de meeste panden, maar relatief weinig grote woningen.
De huidige kustwet stamt uit 1988 en werd in 2014 aangepast. Volgens de regels is het publieke domein tot 100 meter vanaf de kust beschermd, of zelfs tot 200 meter buiten stedelijke gebieden. Bestaande gebouwen mogen blijven staan, maar verbouwingen of uitbreidingen zijn vaak verboden. De staat kan bovendien besluiten tot onteigening en sloop.
Voor bewoners en eigenaren zorgt dit voor grote onzekerheid. Vooral oudere inwoners en gezinnen die al jarenlang in hun woning verblijven, voelen zich bedreigd. In sommige kustplaatsen zijn al protesten gaande en proberen bewoners via de rechter hun eigendomsrechten te verdedigen.
