Spanje heeft in 2024 een nieuw record gevestigd met in totaal 12.631 tankstations, een stijging van 285 vestigingen ten opzichte van het jaar daarvoor. Deze groei is vrijwel volledig te danken aan de opmars van zogenaamde ‘low cost’-tankstations, die inmiddels bijna de helft van de markt innemen.
Traditionele merken zoals Repsol, Moeve (voorheen Cepsa), BP en Galp zagen hun marktaandeel dalen naar 48 procent. Zij sloten in totaal 162 stations, wat hun totaal op 5.937 brengt. Tegelijkertijd groeide het aantal onafhankelijke, prijsbewuste ketens zoals Ballenoil, Petroprix en Plenergy met 427 nieuwe vestigingen, tot een totaal van 5.736 tankstations.
De snelle opmars van deze formules komt vooral door hun efficiënte bedrijfsmodel: kleinere, geautomatiseerde stations zonder personeel. Hierdoor kunnen ze de literprijs vaak met zo’n 20 cent verlagen vergeleken met traditionele aanbieders. Ook kiezen veel van deze ketens voor strategische locaties, zoals industrieterreinen en stadsranden.
Een opvallende trend in 2024 is de stijging van het gebruik van hernieuwbare brandstoffen. Zo’n 11 procent van alle in Spanje verbruikte brandstof was volledig hernieuwbaar, verkrijgbaar bij 821 tankstations. Ook hier nemen low cost-ketens het voortouw door dit type brandstof aan te bieden.
De drie grootste spelers binnen de low cost-markt zijn Plenergy, Ballenoil en Petroprix. Samen zijn zij goed voor ongeveer 30 procent van alle goedkope tankstations. Plenergy opende het afgelopen jaar 69 nieuwe vestigingen en sloot 2024 af met 293 stations. Ballenoil heeft inmiddels ruim 300 stations, en Petroprix telt er 160 en breidt uit naar Portugal en Latijns-Amerika.
Er is duidelijk iets aan het veranderen op de Spaanse tankstation markt. Steeds meer mensen kiezen voor goedkopere en makkelijkere opties, waardoor bekende merken zich moeten aanpassen.