TARRAGONA – Februari is traditiegetrouw de tijd van het jaar dat in de autonome regio Catalonië de ‘calçots’ gegeten worden. Het is een gastronomisch ritueel waar men in de regio trots op is en waar jaarlijks duizenden mensen vanuit heel Spanje, maar ook andere landen op af komen. Vooral de stad Valls en de provincie Tarragona staan bekend om de ‘calçotadas’. Hier is op zondag 29 januari het Calçots-seizoen gestart.
Maar wat is een ‘calçot’? In feite is het een zachte en zoete uit die te vergelijken is met de lente-ui (cebolla) en er een beetje uitziet als een prei (puerro). Het witte deel van de ‘calçot’ is doorgaans zo’n 25 cm lang en is rijk aan calorieën, koolhydraten, eiwitten, vezels, fosfor en vitamine B en C.
Oorsprong
Het verhaal gaat dat de ‘calçots’ geboren zijn in de stad Valls in de provincie Tarragona waar de boer Xat de Benaiges eind negentiende eeuw voor het eerst de bijzondere ui heeft gecultiveerde door deze met grond te bedekken zodat een langer wit deel van de uit geschikt is om te eten. Die vorm van cultiveren staat bekend als ‘calçar’ in het Catalaans. Dezelfde boer verbrande per ongeluk enkele uien en at deze daarna op om de uien niet weg te gooien waarna hij ontdekte dat de ‘calçots’ erg smaakvol waren.
Weliswaar worden de maanden januari en februari gezien als de traditionele maanden om de ‘calçots’ te eten maar eigenlijk worden ze tegenwoordig al vanaf november tot en met april gegeten.
Bereiding
‘Calçots’ worden geroosterd in het vuur tot ze verkoold zijn waarna ze in krantenpapier gewikkeld wooden om te stomen. Vervolgens worden de ‘calçots’ gegeten (vaak gepresenteerd op een omgedraaide dakpan of iets soortgelijks) door de verkoolde schil eraf te pellen en het witte gedeelte in salvitxada of romesco-saus te dopen. De groene toppen worden weggegooid.
Eten
Het eten op zich is een heel ritueel want dat gebeurt zonder bestek en een beetje op de wijze zoals men een haring eet, met een hand de ‘calçot’ met lekkende saus in de lucht en dan met je hoofd naar achteren naar binnen werken … zonder te knoeien, iets wat onmogelijk lijkt. Daarom krijgen ‘calçot’ eters een slabbertje om zodat de kleding niet vies wordt.
De calçots worden meestal begeleid met rode wijn of cava mousserende wijn. Stukken vlees en sneetjes brood worden in de houtskool geroosterd na het koken van de ‘calçots’.