In Spanje woont slechts 23% van de 65-plussers alleen, een percentage dat duidelijk lager ligt dan het Europese gemiddelde van 32%. Daarmee staat Spanje in de top vier van landen waar ouderen het minst vaak alleen wonen, samen met Slowakije, Cyprus en Polen. Dit verschil heeft onder meer te maken met de sterke familietradities en de langere levensverwachting van mannen, waardoor koppels vaker samen oud worden.
Uit het rapport Focus on Spanish Society van onderzoeksstichting Funcas blijkt dat maar liefst 22% van de Spaanse ouderen samenwoont met hun kinderen of andere familieleden. In Europa ligt dat gemiddelde slechts op 12%. Vooral in Noord-Europese en Baltische landen woont juist meer dan 40% van de ouderen zelfstandig, terwijl in Zuid-Europa vaker voor samenwonen wordt gekozen.
Opvallend is dat Spaanse vrouwen vaker alleen wonen dan mannen: 30% tegenover 14%. Hun langere levensverwachting speelt hierbij een grote rol, omdat zij vaker hun partner overleven. Dat verhoogt het risico op gevoelens van eenzaamheid of sociaal isolement.
Spanje heeft bovendien een van de hoogste levensverwachtingen van Europa. Gemiddeld bereiken Spanjaarden 84 jaar, tegenover 82 jaar in de rest van de EU. Spaanse vrouwen zijn zelfs de oudste van Europa met gemiddeld 86,7 jaar, terwijl mannen met 81,3 jaar op de vijfde plaats staan. Daarmee leven Spaanse koppels gemiddeld langer samen dan in veel andere landen.
Het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen is de afgelopen decennia kleiner geworden: van 7,3 jaar in 1990 naar 5,4 jaar in 2023. Vooral mannen zijn er in levensduur op vooruitgegaan, waardoor meer stellen ook op hoge leeftijd nog samen blijven wonen.
Regionaal gezien springt Madrid eruit met de hoogste levensverwachting van Europa: 86,1 jaar gemiddeld. Ook Navarra en Castilla y León scoren hoog, terwijl regio’s als Canarische Eilanden, Andalusië, Ceuta en Melilla buiten de top 50 vallen. Madrileense vrouwen halen zelfs 88,3 jaar, alleen overtroffen door de Finse regio Aland.