Egbert en Barbara overwinteren elk jaar in Fortuna bij Murcia. Ze houden het thuisfront op de hoogte van hun reilen en zeilen met wekelijkse brieven, die wij elke zaterdag publiceren. Zo kunt u meegenieten van hun belevenissen, van de grappige en minder grappige dagelijkse voorvallen, Spaanse wetenswaardigheden, kortom alles wat elke overwinteraar tijdens zijn of haar verblijf in Spanje kán meemaken. Daarbij moet dat niet als een kritiek op de levenswijze in Spanje gezien worden maar wel een verslag over hoe het leven anders kan zijn voor de voor- en ook nadelen.
We zijn in de moskee van Cordoba, de Mesquita. Terwijl Egbert videoot lees ik fluisterend voor uit onze reisgids. Ik lees hoe Abd ar Rahman I in de 15e eeuw het oudste en laagste gedeelte heeft laten bouwen en over de Mihrab die altijd gericht is naar Mekka. Opeens komt er een groep Duitse toeristen aan. De gids plant haar groep vlak voor ons neus en begint zonder blikken of blozen met luide stem haar uitleg te geven. Mijn gefluister wordt prompt overstemd. “Gewoon doorlezen Bar” zegt Egbert “net zo hard als zij. Waarom denkt zij jou te mogen overschreeuwen met haar uitleg?” Ik ben het met hem eens, maar doe het toch niet.
Als ze uitgeschreeuwd is en haar groep als een commandant sommeert mee te lopen, lees ik fluisterend verder over de 800 pilaren die allemaal anders zijn, over de Christenen die zich langzaamaan een plekje in de moskee hebben veroverd en daar een grote kathedraal middenin hebben gebouwd, over het verschil tussen de Islam en het Christelijk geloof. De Islam staat geen enkele vergelijking met God toe, geen personificatie, geen beelden, alleen de teksten van de koran gelden en die mogen afgebeeld worden, geen Godsfiguren, geen beeltenissen, niks. Daaraan hebben we de prachtige florale afbeeldingen en de fraaie teksten in de oude moskeeën te danken. Dit in tegenstelling tot de katholieken die hun kathedralen hebben getooid met talloze beelden, schilderijen, reliëfs.
Pas uren later staan we weer buiten op de prachtige binnenplaats vol met sinaasappelbomen, met daarboven de minaret. Wat een sfeervolle patio met de arcaden rondom en de vele bogen. Aan de zuidkant hebben de katholieken ze dichtgemetseld, maar aan de andere zijden zijn ze nog open. Daar hebben in de 15e eeuw dokters hun patiënten behandeld, rechters rechtgesproken, professoren bij een vaste pilaar hun colleges gegeven aan iedereen die het wilde horen.
Het gaat de Spanjaarden hier goed. De mensen zien er over het algemeen keurig verzorgd uit. Ikzelf begin me steeds ongemakkelijker te voelen met mijn kapsel dat zeven weken geleden nog redelijk in model was. Ik neem me voor om hier ergens een kapper te gaan zoeken, want die ragebol van mij mag eigenlijk wel eens met een schaar geconfronteerd worden.
De volgende dag vind ik een kapper en mijn bezoek daaraan levert me een onvergetelijke ervaring op. In de salon/woonkamer rennen zo’n vijf kinderen schreeuwend heen en weer. Eén heeft een step en sjeest daar als bezeten mee door de salon. Oma vraagt me plaats te nemen aan de wasbak, opa zit met een koter op schoot, papa schiet een bal door de salon en mama (mijn kapster) waarschuwt hoofdschuddend dat hij aan de spiegels moet denken. Vier kinderen rennen achter de bal aan en oma spoelt intussen het sop uit mijn haar. Daarna is het de beurt aan mama die de schaar met voortvarendheid ter hand neemt. Mama knipt prima. Ik ben dik tevreden. Wat ik moest betalen? Voor een paar euro zie ik er weer netjes uit, nou ja….…vooruit.
Vandaag is een dag die we het liefst zouden hebben overgeslagen. Alles ging fout. Het begon al vanmorgen met de douche. De koude straal wilde maar niet warm worden, zodat ik druipend naar de herendouches holde, want die waren lekker warm, volgens Egbert. De Tomtom wees ons perfect de weg om Cordoba heen, richting Carmona en Alcala. We vinden een camping, maar toen ik het kacheltje wilde aanzetten, gaf die er de brui aan en zojuist haalde ik uit het diepvrieslaatje een pakketje worstjes en toen rolde de hele ijzige inhoud op de grond. Met geen mogelijkheid lukte het me die er weer in te krijgen, dus nu zit ik met een aantal ontdooiende pakketjes. Nou ja…. Het kacheltje doet het niet meer dus zal het wel even duren voor ze ontdooid zijn.
In onze rubriek SpanjeVerhalen zijn meer verhalen van Barbara (en andere ingezonden verhalen) te lezen. KLIK HIER
We zijn na Carmona en Alcala, wat schitterende plaatsen zijn, doorgereden naar Sevilla. In het voorjaar loop je hier tussen een zwetende massa toeristen die allemaal de Giralda willen zien, maar nu is het weliswaar niet erg warm of zonnig, maar wel rustig. We bekijken de kathedraal. “Het is de derde kathedraal in grootte van de wereld. De Notre-Dame van Parijs kan er rechtop in staan, staat in mijn boekje. Tjonge, je weet niet wat je ziet. Pilaren die op torens lijken. Een fascinerend plafond, een gigantisch retabel helemaal van bladgoud, wat een rijkdom aan kerkschatten. De kathedraal is één groot museum. Vier (!) enorme orgels hangen vanaf het plafond naar beneden, helemaal in houtsnijwerk. Wat had ik die graag horen spelen, het liefst alle vier tegelijk, maar dat zal wel niet om aan te horen zijn. Ik kan nog wel even doorgaan bijv. over de giralda, over de vele beelden, de schilderijen, maar dat zou een te lang verhaal worden. Helemaal onder de indruk van al dit moois ploffen we neer op een terrasje en deden ons tegoed aan een heerlijk kopje café con leche, want een biertje gaat in je benen zitten en die moesten nog even voort. Je wilt eigenlijk veel te veel zien op een dag. Zo zijn we nog even naar de Plaza d’Espagne geweest. Een groot halfrond gebouw van rode baksteen met veel poortjes, torentjes, erkertjes enz., een fantastisch plein ervoor met bankjes, kraampjes, en een ondiepe gracht eromheen. Daar kun je roeibootjes huren, wat ook prompt gedaan werd. Belachelijk gezicht die grote Spaanse kerels, die als kinderen kraaiden van plezier, in zo’n piepklein roeibootje in een piepklein grachtje.
We zijn naar het Alcazar geweest, nou, ik wist niet dat dat zo mooi was. Eigenlijk net als het Alhambra in Granada, maar dan in ’t klein. De gebouwen zijn zo mooi en de tuinen, wat een pracht aan planten en (palm)bomen. de vele waterpartijen, fonteinen, vijvers, en overal romantische bankjes en doorkijkjes….wauw…… Peter de Wrede heeft hier voor zijn geliefde Maria de Padilla een paleis laten bouwen van materiaal van islamitische gebouwen, dat hij speciaal liet overkomen. Het werd gebouwd door vaklieden die hijzelf selecteerde. Het is een paleis geworden zo rijk van architectuur, zo tot in detail versierd. Die Wrede moet wel gek geweest zijn op zijn Maria, maar of dat nou zo’n onverdeeld genoegen was voor Maria? Zijn bijnaam staat mij in elk geval niet aan.
Het museum las Belles Artes, waar ik helemaal geen zin in had, is een oud klooster met een kerk erbij, overal patio’s nog helemaal in de oude stijl met veel bloemen en planten, elk muurtje betegeld met allemaal verschillende tegeltjes, her en der waterpartijen en prachtige houten overkappingen. Ik heb er geen spijt van. Er hangen schilderijen van Velasquez, Durbaran, Murillo enz. heel veel schilderijen over de onbevlekte ontvangenis van Maria. Een onderwerp dat de schilders blijkbaar tot de verbeelding sprak, want het halve museum hangt er vol van. Zo zie je hoe God hard blaast in de richting van Maria, engeltjes eromheen.… nou ja, heel mooi, beslist de moeite waard.
We waren van plan om twee of drie dagen in Sevilla te blijven, maar we zitten hier al vijf dagen. We komen maar niet weg. Er is zoveel te zien en het is zo gezellig. Het weer is uitgesproken slecht. De hele dag en nacht regen. Het plenst aan een stuk door en niet zo zachtjes ook, maar we laten ons daardoor niet tegenhouden!
Voorlopig weer groeten van ons.