Egbert en Barbara overwinteren elk jaar in Fortuna bij Murcia. Ze houden het thuisfront op de hoogte van hun reilen en zeilen met wekelijkse brieven, die wij elke zaterdag publiceren. Zo kunt u meegenieten van hun belevenissen, van de grappige en minder grappige dagelijkse voorvallen, Spaanse wetenswaardigheden, kortom alles wat elke overwinteraar tijdens zijn of haar verblijf in Spanje kán meemaken. Daarbij moet dat niet als een kritiek op de levenswijze in Spanje gezien worden maar wel een verslag over hoe het leven anders kan zijn voor de voor- en ook nadelen.
Voor jullie zal het wel raar klinken, maar wij hopen elke dag weer op bewolking. Regen mag ook, daar wordt de aarde wat zachter van en dan is het onkruidvrij maken veel makkelijker. Tot nu toe was het echter elke dag zonnig, warm, warmer, warmst, en hadden we nog maar één dag regen. Die zorgt ook gelijk weer voor nieuw onkruid, dus voorlopig zijn we nog wel even bezig.
We zijn klaar met het zwembad. Tjonge wat zag dat eruit. Vier jaar zat dat onder een dik zwart dekzeil, en hebben we er niet in gezwommen. Als je in april weggaat is het water nog te koud, en als je in oktober weer aankomt is het wéér te koud. Wat dat betreft hebben we wel wat pech. Net als met de fruitbomen. De vijgen liggen op de grond, de appels zijn aan de boom verrot, de abrikozen komen in juni dan zijn we ook alweer pleitos, en de goudrenetten waar ik me veel van had voorgesteld (appeltaart!!) maar ook daarmee hebben we pech, die groeien hier blijkbaar niet, die boom is dus ter ziele.
Maar zoals gezegd is het zwembad klaar. Het straalt je tegemoet, als een diamant met een ledlicht erop, het ziet er fantastisch uit. We hebben Paco, onze klusjesman, erbij gehaald want we kregen de schrik van ons leven. De pomp deed het niet goed. Moeten we een nieuwe hebben, dachten wij? Je kan ook het huis niet verkopen met een kapotte motor. Paco, hellep!!
Paco kwam, keek ernaar en draaide aan een knop. Floeps, daar hoorden we het goede geluid. Er bleek een kikker in de buis te zitten en dan wil de motor wel verstopt raken. Arme kikkertje, maar ja, hij heeft vier jaar lang een heerlijk leven gehad samen met zijn behoorlijk uitgedijde familie, die hem met z´n allen kwamen uitzwaaien. Hoeveel waren het er wel niet? Geen idee, maar een hele kikkerstam. En snel dat die schatjes zijn! Maar ook hier wist Paco raad mee. Uiterst kalm, geconcentreerd, mikt hij het schepnet vlak voor de kop van kikkie, die zo dom is om er dan recht in te zwemmen. Bij Paco gebeurde dat tenminste, als ik precies hetzelfde doe lacht de kleine springer mij vierkant uit.
Als alle kwakertjes “gered” zijn, weet Paco precies wat te doen: eerst een lading chemicaliën erin. Daarna een lading chemicaliën erin. En daarna? Juist ja, weer een laag chemicaliën erin. Pomp op zijn hardst en laat al die chemicaliën maar hun werk doen, voorlopig liggen wij er niet in, we zouden trouwens compleet gebleekt en gerimpeld eruit komen met al die chemicaliën. Hoewel, voor de gerimpelde huid hoeven wij echt het water niet in. En we hopen dat de kikkerfamilie niet terugkomt, anders leggen ze door al die chemicaliën alsnog het loodje, dat zou zielig zijn. Maar het zwembad oogt briljant, een hele zorg minder.
In onze rubriek SpanjeVerhalen zijn meer verhalen van Barbara (en andere ingezonden verhalen) te lezen. KLIK HIER
Maar eerlijk is eerlijk, de aandoenlijk-lelijke gekko, het krokodilletje, dat onze hele serre heeft volgepoept, heb ik ook met een bezem en een heleboel kabaal weggejaagd. Met succes. En wat blijkt? Dát was het vrouwtje, nu zit er een mannetje helemaal alleen in de serre te treuren, en helaas poept die net zo hard als zijn geliefde, dus zal ik ook hem achterna moeten zitten.
Zat ik er een tijdje tegenaan te hikken, nu is het zover. Egbert is weer naar Nederland want er moet weer een medische controle plaatsvinden, nu elke twee maanden. Het wordt met het verstrijken van de tijd best spannend. Maar we blijven optimistisch en wachten geduldig de resultaten af. Gisteren bracht ik Egbert dus naar het vliegveld. Staan daar grote borden “Departure” en “Arrivals”. Mijn Spaans is natuurlijk perfect (maar niet heus) en ik begin te roepen “Departure” Egbert je moet die kant op. Fout. “Departure” betekent weliswaar vertrek, maar hier moet je iemand afzetten en gelijk doorrijden. Maar wij willen nog even een uurtje koffie drinken, dus wij moesten bij “Arrivals” zijn. Om dáár te komen moet je dan weer door een slagboom en helemaal om de rotonde heen terugrijden, maar die slagboom ging met geen mogelijkheid open. Kaartje erin, niks. Andersom, niks, ondersteboven, niks, dus hulp vragen. “U moet het kaartje omkeren”, ja, ja, “hebben we gedaan, maar nee…” “Dan weet ik het ook niet….. tuutuutuutuut” Grrr. Nog eens bellen, hoorn ernaast. Nou dan andere poortje. Daar stond ook iemand te hannesen, weer een ander poortje, nee, weer de auto achter ons gevraagd of-ie even achteruit wil rijden, en gelukkig het derde poortje gaat open. Hoi.
En dan zie je je lief na de koffie door de tourniquetjes draaien en weg is hij. Dat vind ik altijd een moeilijk moment, maar oké, ik rijd terug en thuis wacht het hondje kwispelend op me. We rooien het samen wel, en de tijd vliegt, Egbert is zo weer terug.