MADRID – De huidige premier van Spanje, Pedro Sánchez, heeft zondag met zijn voorgangers gebeld. Het gaat om Felipe González (PSOE), José María Aznar (PP), José Luis Rodríguez Zapatero (PSOE) en Mariano Rajoy (PP) die sinds de tachtiger jaren het land geleid hebben en veel ervaring hebben opgedaan. Sánchez wil daar gebruik van maken om zo van gedachten te wisselen over de huidige oorlogssituatie in Oekraïne.
De voorgangers van Pedro Sánchez waardeerden de geste van de huidige premier van Spanje om hen om raad, ideeën en informatie te vragen want samen hebben ze veertig jaar het land geregeerd waarbij de voormalige regeringsleiders ook ervaring hebben met oorlogssituaties en internationale conflicten.
Sánchez heeft ook gesproken met de voormalige secretaris-generaal van de NAVO en voormalig hoge vertegenwoordiger voor het buitenlands veiligheidsbeleid van de EU, Javier Solana, en met de voormalige secretaris-generaal van de PSOE en voormalig Europees commissaris Joaquín Almunia.
Het doel van deze gesprekken was om van gedachten te wisselen over de evolutie van de situatie in Oekraïne na de Russische aanval, informatie over deze kwestie te delen en hun meningen te vragen op basis van de verzamelde ervaring die voormalige politici hebben.
Spanje zal elke actie uitvoeren conform wat de Europese Unie en de NAVO beslissen. Spanje steunt de harde sancties tegen Rusland en heeft in het kader van de samenwerking met de NAVO meer dan 800 militairen in de grenslanden met Oekraïne paraat staan, evenals twee gevechtsvliegtuigen en drie marineschepen die zich in het gebied bevinden. Verder wordt er militair en medisch materiaal naar Oekraïne gestuurd.