Emigratieverhaal Spanje: Een nieuw avontuur in Galicië (55)

Emigratieverhaal Spanje: Een nieuw avontuur in Galicië (55)
beeld: NaarGalicië
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

Sol, Rob en hond Antares zijn begin 2021 naar Noordwest Spanje verhuist om in het dorp Freán om op een nog te verbouwen boerderijtje, een stal en 7 hectare weiland en bos een nieuw leven op te bouwen. Lees de avonturen van het drietal dat ervoor gekozen heeft om niet in het toeristische Spanje langs de Middellandse Zeekust maar in het Groene Spanje aan de Atlantische Oceaan te gaan wonen.

Een tijdje terug word ik aangesproken door een buurman uit Cas de Perdo, Xavier. Dat was toen ik onderweg was terug naar huis met mijn litertje melk wat ik daar bij de buren ga halen. Xavier verteld mij dat hij een akker heeft die grenst aan een weiland van ons. Het is een weilandje van ongeveer 2.000 vierkante meter. Van het hekwerk wat tussen zijn akker en onze wei staat is niet veel meer over en Xavier wil het graag herstellen. Hij wil het helemaal alleen doen als het moet, maar ik moet wel even komen kijken. Ik moet kijken of hij niet stiekem wat van onze wei afsnoept als hij andere palen zet en alles weer dicht maakt. Ik kom gewoon helpen, ik kan nog niet te veel doen en vertel over de operatie die ik gehad heb en dat ik binnenkort de laatste controle heb. We spreken af voor zaterdag de 9e. 

We staan nog wat te praten als ik op een idee kom. Xavier wil maïs zetten op zijn akker. Daarom moet alles goed dicht gemaakt worden om te voorkomen dat wilde zwijnen en ander gespuis niet van de maïs komt eten. Onze wei gebruiken de buren, alleen heb ik er ooit maar één keer koeien zien lopen. Dat betekend dat dat weilandje staat te verloederen omdat er geen gebruik van gemaakt wordt. Ik stel aan Xavier voor dat we het hekwerk niet repareren, alleen daar waar het aan de achterkant stuk is en dat hij van onze wij een akker maar waar hij nog meer maïs op mag zetten. Helemaal gratis! Waar het mij omgaat is dat het gebruikt wordt en netjes gehouden wordt. Een ding is wel dat ik het even met de buren moet overleggen, zij huren onze weilanden.

In de week voor zaterdag 9 april leg ik aan de buurvrouw uit wat ik met de Xavier besproken heb. De paniek slaat gelijk toe bij de buurvrouw. Als het om maïs te doen is voor onze 4 kippen dan kunnen we wel maïs krijgen. Nee buurvrouw, daar gaat het niet om. Het gaat er om dat jullie er de koeien afgelopen jaar maar één keer op gezet hebben en dat het verder staat te verpauperen. Dus waar het mij om gaat is dat het gebruikt wordt, en door wie maakt niet uit. Een uur later is ze al terug. Korte siësta en helemaal gestresst. Ik roep Sol want de buurvrouw versta ik niet meer. We leggen het weer uit. Zij en de buurman hebben tijdens de siësta zitten bedenken dat Xavier iets weg wil kapen van hun. Xavier is de schuldige. We leggen het nog maar een keer uit. Het is mijn idee, en ik stelde het voor aan Xavier. Maar op voorwaarde dat jullie er geen probleem mee hebben en het weilandje gebruiken. Stress om helemaal niets dus.

Op zaterdag ga ik vroeg met Xavier aan de gang. Hij heeft dikke takken van een kastanje en dat worden, zoals hier gebruikelijk is, de weipalen. Zwaar werk doe ik niet, hij graaft gaten ik zet de paal er in en hij maakt het gat weer dicht. We gaan op ons gemak al pratend over van alles door met palen zetten. Als alle palen staan is het tijd voor siësta en we gaan pauze houden. Wel zijn we tijdens onze werkzaamheden scherp in de gaten gehouden door de buren, die ineens meer dan normaal de koeien komen controleren. Als mijn pauze er op zit ga ik het hoge gras tussen de palen met de bosmaaier wat korter maaien zodat we later het schapengaas makkelijk tot strak op de grond kunnen vastmaken aan de palen. Als Xavier ook terug is gaan we het gaas spannen tot de twee rollen die we gezamenlijk hebben op zijn en houden het dan voor gezien. 

Het is inmiddels 8 uur ‘s avonds en Sol wil weten waar ik blijf. Ik app terug dat ik er aan kom. We moeten naar de buren. We moeten komen eten. Geen idee waarom, maar volgens de buurvrouw moesten we naar de verbouwing komen kijken. Prima, maar die is nog in volle gang. Ik denk dat ze willen weten over mijn werkdag met Xavier. Laat in de avond zijn we weer thuis, dat was ook de reden waarom ik vorige week niets had voor Spanjevandaag.

Omdat het werken met de bosmaaier geen problemen gaf in combinatie met de operatie die ik onderging, ga ik op zondag de 10e de dag voor de controle in het ziekenhuis, in de tuin aan de gang met de bosmaaier. Het gras staat veel te hoog nu ik een paar weken niets heb mogen doen. Als ik het gemaaide gras bij elkaar geharkt heb roept Sol of ik even kan helpen met het wasrek wat alweer is omgewaaid. Ik loop de stenen trap af. Althans dat was de bedoeling. Waarschijnlijk door gras onder mijn schoen schiet mijn voet weg en ik ga er onderuit en klap keihard op een stenen trap trede, twee treden lager. De pijn is niet te harden en ik weet niet waar ik het zoeken moet. Gelukkig niets gebroken, wat ondanks de pijn loop ik. Ik ga gelijk onder een koude douche staan.

Ervan uitgaande dat ik op maandag na de controle bij de chirurg weer mag gaan werken, kan ik dat nu wel weer vergeten omdat ik niet kan zitten, staan, of lopen laat staan werken. Weer in de lappenmand! Een bil is helemaal blauw. Ik heb we wel eens zeer gedaan, maar dit staat alles! Maandag de 11e gaan we naar Ourense. Nu moet ik de auto in. Al gaat zitten vandaag al wat beter als het maar niet te lang is, het in een auto klimmen is een hele toer. In Ourense is uit de auto klimmen ook weer een gedoe. In het ziekenhuis melden we ons en mogen plaatsnemen in de wachtruimte. Ik blijf maar staan want dan hoef ik niet op te staan.

Ik word geroepen en we lopen naar de controlekamer. De chirurg vraagt hoe het is en gebaart mij op de onderzoekstafel te gaan liggen. Hij ziet mij hannesen en vraagt wat er is. Ik vertel hem dat mijn kont blauwer is dan het shirt wat hij aan heeft en Sol legt vervolgens uit wat er gebeurt is. Voor de controle mag ik blijven staan. Als ik mijn broek op trek komt hij terug lopen. Hij wil toch wel even kijken, hoe mijn achterwerk er uit ziet. Hij schrikt er toch wel van, voelt een beetje en geeft het advies een crème te gaan halen voor verlichting. 

De rest van de week probeer ik toch maar een beetje wat te lopen en te doen. Het een gaat makkelijker dan het ander. En ‘s morgens laat zie ik dan wel weer hoe het gaat. Voor nu, na het schrijven van dit stukje heb ik weer lang genoeg gezeten. // Tot volgende week!