In het hart van La Rioja ligt het dorpje Laguardia. Dat is een historisch stadje met een breed culinair aanbod en heel wat ‘enoturismo’ (wijntoerisme). Een dorp dat zowel boven als onder de grond het bezoeken waard is, want Laguardia kun je ook bijna helemaal bezoeken door haar kelders.
Het ontstaan van Laguardia gaat terug tot de 10e eeuw. Het was toen het koninkrijk van Navarra dat de stad stichtte als verdedigingspost. Onder de stad vond men echter resten van nederzettingen die teruggaan tot de ijzertijd.
De indrukwekkende en strategische ligging van de stad maakte haar tot één van de belangrijkste en sterkste plaatsen van het koninkrijk van Navarra tussen de 12e en 15e eeuw. Met de aankomst van de katholieke koningen verloor de stad haar defensieve functie, wat voor een periode van vrede en voorspoed zorgt. Het was voornamelijk de wijnhandel die Laguardia groot maakte.
Vanaf de 15e eeuw begon men met de bouw van kelders en wijnkelders (bodegas) onder de huizen. De voornaamste functie van die ondergrondse ruimtes was de wijn in de juiste omstandigheden te bewaren. Bijtijds dienden ze ook als militaire schuilplaatsen of kazernes. De kelders zijn zo uitgebreid dat zo goed als de hele stad ondergronds met elkaar verbonden is.
Veel van de kelders kan men trouwens bezoeken. De Cueva Dorretxe bijvoorbeeld, of de Cuevas Casa Garcetas (2 euro), waar de bezoeker het hele proces van de wijnboerderij kan bekijken.
Naast de kelders beschikt Laguardia ook over een indrukwekkende kerk van de 12e eeuw (Iglesia Santa María de los Reyes), de kerk van San Juan en haar kapel en de Abacial verdedigingstoren. Voor 10 euro koop je een kaartje waarmee je alle voornaamste bezienswaardigheden van het stadje kan bezoeken.