Een Spaans onderzoek heeft aangetoond dat het concentreren van vakanties in juli, de warmste maand van het jaar, kan bijdragen aan het beperken van de klimaatverandering. Dit komt doordat er in juli minder mensen op de weg en in het openbaar vervoer zijn, waardoor er minder uitstoot van broeikasgassen is. Op dit moment is de maand augustus de periode van het jaar met de meeste vakantie verplaatsingen in Spanje.
Volgens het genoemde onderzoek zou het verplaatsen van het belangrijkste vakantieseizoen (de tweede helft van augustus) naar de tweede helft van juli een aantal van de gevolgen van hoge temperaturen kunnen verminderen. Dit komt doordat de industriële activiteiten en de mobiliteit van werknemers tijdens de vakantiedagen afnemen, aldus het Centro Superior de Investigaciones Cientíticas (CSIC).
Om tot deze conclusie te komen, hebben de onderzoekers de impact van temperaturen in relatie tot drie variabelen geanalyseerd: elektriciteitsvraag: direct gerelateerd aan hoge temperaturen door het gebruik van airconditioning; arbeidsproductiviteit: die wordt verminderd door blootstelling aan hitte; gezondheidseffecten van ozon: waarvan de concentraties afhangen van verkeer, stilstaande lucht en hoge temperaturen.
Volgens het CSIC tonen de resultaten van de analyse van deze variabelen aan dat het plannen van vakanties in de tweede helft van juli een significante vermindering zou betekenen van het jaarlijkse piekverlies aan arbeidsproductiviteit (ongeveer 25%) en, in mindere mate, van de elektriciteitsvraag en de concentraties van ozon (tussen 3% en 4%).
Het onderzoek van het CSIC heeft ook aangetoond dat de effecten van klimaatverandering op de drie variabelen niet-lineair zijn. Dit betekent dat de verschillen tussen juli en augustus groter worden naarmate de aarde warmer wordt. Dit heeft tot gevolg dat de voordelen van het verplaatsen van de vakanties naar juli in de toekomst nog groter zouden zijn.