INTRO: Colyne en Laurens, een Vlaams koppel besmet met het reisvirus, namen afscheid van hun huis en job voor onbepaalde tijd. Samen met hun energieke, driejarige hond, Barry, ontdekken ze sinds een jaar het veelzijdige continent Europa. Campervan Grace, hun tijdelijke huis op wielen, brengt hen op bekende en minder bekende plekjes. Sinds vier maanden gaat hun route door het indrukwekkende Spanje. Benieuwd naar hun reisverhalen en uitdagingen? Reis dan hier met ze mee.
Jávea of Xàbia, men mag kiezen, beiden zijn gangbaar. De buurt van Dénia, een voormalig vissersdorp gelegen aan de Cabo de San Antonio en de Cabo de la Nao en bovendien centraal gelegen tussen twee belangrijke steden, Valencia en Alicante. Beide steden zijn voorzien van een luchthaven en dan ook allebei nog eens op een uurtje met de wagen tot in Jávea. Misschien is dit wel één van de redenen dat toeristen dit voormalig vissersdorpje hebben weten te vinden als tweede verblijfplaats. Maar net zoals bij Dénia het geval was, moet er hier ook al iets dieper in de buidel getast worden, meer zelfs, de prijzen in Jávea lijken nog wat duurder dan zijn buur. Waar je ook niet naast kan kijken is de berg Montgó. Helemaal in zijn eentje zorgt deze best wel imposante berg voor wat beschutting tegen minder gunstige weersomstandigheden en wordt er op die manier een microklimaat gecreëerd. In dit geval kan dit maar één ding betekenen, aangenaam overwinteren.
De stad heeft een een oud en nieuw gedeelte waarvan het oude gedeelte het meest interessante is voor wie een bezoek wenst te brengen aan Xàbia. De oude stadskern lijkt bezaaid met talloze smalle steegjes en heel wat gotische huizen. Vaak zijn die huizen opgetrokken uit een mooie, goudkleurige zandsteen. De naam van het materiaal: Tosca. Ik heb het moeten opzoeken.
Op de dag van aankomst maken we een wandeling van ongeveer tien km waar je twee uur en drie kwartier mag voor uittrekken. Een lusje te vinden op Komoot met een uitkijkpunt op Jávea vanaf de ‘Faro del Cabo de San Antonio’ en dat terugkeert via de mooie oude molens die steeds maar de horizon lijken te sieren. Uiteraard behoort een strandwandeling bij valavond ook tot de mogelijkheden waarbij je op een mooie avond haast alle mogelijke kleuren van het kleurenspectrum ziet passeren in de hemel.
Jávea is best leuk, gezellig en bruisend en bovendien lijkt de stad zich vooral niet enkel toe te spitsen op de zon-, zee- en strandliefhebbers. Want wie daar even genoeg van heeft, trekt gewoon de bergen in. Zowel fervente wandelaars als voor wie van fietsen houdt, is hier aan het juiste adres. Wat dacht je van een pittige fietsroute die gaat van Jàvea naar Benitachell, passeert via Cumbre del Sol, langs Moraira om zo het toeristische Calp binnen te rijden. Terugkeren doe je landinwaarts via Lliber, Gata de gorgos, een dorp dat ik ook al op mijn vorig fietstochtje ben tegen gekomen. Als laatste volgt nog Jesus Pobre om zo opnieuw te eindigen waar ik begonnen ben. Een uitstekende rit om die klimmersbenen nog even te testen voor je misschien naar het hooggebergte trekt en een traject dat in gpx-formaat is terug te vinden op RouteYou onder de naam ‘Rondje Remco’. Aan te raden uiteraard.
Straks rijden we verder zuidwaarts langs de kust om de regio Alicante-Noord wat verder te verkennen…
Wie interesse heeft in nog meer verhalen over onze reis door Europa, kan terecht op Polarsteps via onderstaande link.
‘Vlaams koppel op reis door Spanje’ vertelt het verhaal van Colyne en Laurens die samen met hun campervan Grace door Europa reizen. Volg hun avonturen in Spanje via onze SpanjeVerhalen, of lees hun reisverslagen op Polarsteps.