De jachtwereld in Spanje heeft de afgelopen twintig jaar een flinke transformatie ondergaan. Hoewel het aantal verleende jachtvergunningen met bijna vijftig procent is afgenomen, zijn de aantallen geschoten dieren nog nooit eerder zo hoog geweest. De afname van vergunningen toont aan dat minder mensen zich betrokken voelen bij plattelandsactiviteiten, terwijl wildbeheer en natuurbescherming steeds relevanter zijn.
De afname van jachtvergunningen in Spanje is een duidelijk teken van de veranderende houding ten opzichte van de jacht. In 2022 werden er slechts 568.000 vergunningen verleend, een enorme daling vergeleken met meer dan één miljoen twintig jaar geleden. Deze statistieken zijn niet alleen cijfers; ze vertellen een verhaal van een verschuiving in waarden en prioriteiten binnen de Spaanse samenleving.
De daling van jachtvergunningen hangt deels samen met de demografische veranderingen in Spanje. Jongere generaties groeien op in steden, waar ze minder toegang hebben tot natuur en vaak andere interesses en hobby’s ontwikkelen. Tegelijkertijd krimpen oudere jachtgemeenschappen waardoor er minder nieuwe jagers bij komen.
Een andere belangrijke factor in de daling van jachtvergunningen is de groeiende invloed van milieu- en dierenwelzijnsorganisaties. Deze groepen benadrukken het belang van bescherming van wilde dieren en hun habitats. Hun campagnes hebben geleid tot meer publieke bewustwording over de gevolgen van jacht, waardoor steeds meer mensen afzien van jagen uit bezorgdheid voor dierenleed en milieuvervuiling. Daarnaast draagt de opkomst van veganisme en vegetariërs bij aan deze verschuiving.
Ondanks de grote afname van jachtvergunningen, is er een opmerkelijke paradox ontstaan: het aantal dieren dat tijdens jachtseizoenen wordt gedood, neemt toe. In 2022 werden 20 miljoen dieren geschoten in Spanje met een gemiddelde van 54.000 dieren per dag.
Terwijl het aantal actieve jagers daalt, blijkt dat degenen die blijven jagen, vaker gebruikmaken van efficiënte technieken en technologieën. De beschikbaarheid van moderne wapens en jachttechnologie stelt jagers in staat om effectiever te zijn.
In Spanje waren er in 2002 zo’n 176.000 gelegaliseerde jachtgeweren voor grootwild, zoals herten en zwijnen. In 2022 was dat aantal gestegen tot meer dan 380.000, wat meer dan het dubbele is. Voor de kleine jacht, die vaak met een hagelgeweer gebeurt, waren er in 2002 2,7 miljoen wapens, maar dat aantal daalde tegen 2022 naar 2,1 miljoen. Van de totale 1,2 miljoen jachtvergunningen in Spanje zijn er slechts 42.000 uitgegeven aan vrouwen.
In dezelfde lijn is het aantal geschoten dieren elk jaar flink toegenomen. In 2022 werden er 740.000 dieren van groot wild geschoten, waarvan 60% zwijnen, terwijl dat in 2002 nog 260.000 “jabaliés” waren. Daarnaast zijn er in het seizoen 2022 ook nog eens 19,1 miljoen dieren van klein wild gedood (waaronder meer dan vijf miljoen merels, een niveau dat we sinds 2017 niet meer zagen).
Tot wel 85% van het Spaanse grondgebied is beschikbaar voor de jacht zodra de jachtseizoenen beginnen. Ter vergelijking: in 2022 ontving het Netwerk van Nationale Parken, dat slechts 0,16% van het land beslaat, maar liefst 13,9 miljoen bezoekers. In een jagersgemeenschap als Castilla-La Mancha werden de natuurgebieden goed voor 1,5 miljoen bezoeken, volgens de regionale overheid. In Castilla y León waren dat 1,2 miljoen bezoeken.