Spaanse avonturen in Fortuna/Murcia van Egbert en Barbara (46)

beeld: Freepik
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

Egbert en Barbara overwinteren elk jaar in Fortuna bij Murcia. Ze houden het thuisfront op de hoogte van hun reilen en zeilen met wekelijkse brieven, die wij elke zaterdag publiceren. Zo kunt u meegenieten van hun belevenissen, van de grappige en minder grappige dagelijkse voorvallen, Spaanse wetenswaardigheden, kortom alles wat elke overwinteraar tijdens zijn of haar verblijf in Spanje kán meemaken. Daarbij moet dat niet als een kritiek op de levenswijze in Spanje gezien worden maar wel een verslag over hoe het leven anders kan zijn voor de voor- en ook nadelen.

Wie denkt dat het overwinteren hier in Spanje alleen maar hosanna is, tapa’s en wijn, zon en plezier, die heeft het mis. Het is soms best heel hard werken, hoor! Voorbeeldje. Zoals zoveel tuinen hier in Spanje is de tuinbodem veelal bedekt met grint. Onze tuin ook. Het hele tuinoppervlak ligt onder een dikke laag witte steentjes. Daarin heeft Egbert met erg veel moeite een heel stelsel sleuven gegraven met daarin vele rollen irrigatieslang om de planten te kunnen voorzien van water. Toen hebben we plantgaten gegraven en nu piepen overal de inmiddels flink gegroeide planten uit het grint omhoog. Maar ja, in de loop der tijd zakt het grint langzaam de grond in en wordt de dikke laag allengs dunner. Van tijd tot tijd moet dat aangevuld worden. En dat is echt wel een stevige operatie.

Het bestellen van grint is geen probleem, het is heel eenvoudig besteld, maar als de vrachtauto een berg grint heeft bezorgd, begint het grote verdelen. Egbert heeft al één lading grint verdeeld over de tuin, maar het is nog lang niet genoeg.Er moet een tweede vrachtauto besteld worden, maar dán wrijven wij ons achter de oren. Onze oude ruggen protesteren, we moeten er niet aan denken om weer aan het scheppen te gaan en te sjouwen met de zware kruiwagen.

Toch maar een tweede vrachtwagen besteld, maar toen we een poosje tegen de tweede grintberg hadden aangekeken, en wij op een dag de moed bijeen geraapt hadden om toch maar aan de klus te beginnen, besloten we na de derde kruiwagen toch maar om één van de vele werkzoekenden uit Fortuna deze klus te laten klaren. Zij willen dolgraag wat geld verdienen, en wij moeten leren aanvaarden dat onze leeftijd nu eenmaal noopt om onze ruggen een beetje te ontzien.

Daarom spraken we een van de Algerijnen aan, hij heet Dahiou. Hij zag er sterk uit en wilde graag aanpakken, we spraken het uurtarief af, en volgende dag kon hij beginnen.  

Vrijdag stapte Dahiou hier dus heen en weer, gewapend met schep en kruiwagen. Omdat we weten hoe zwaar het werk is, besloten we hem een hoger uurloon aan te bieden dan we hadden afgesproken, we hadden medelijden met de jongen die zo kansarm is, maar als je denkt dat meneer daar blij mee is…… fout. Hij ging er wel mee akkoord, maar tevreden…? Toen ik hierover verbazing in me voelde opkomen herinnerde ik me opeens iets wat ons tijdens onze reis naar Marokko daar is overkomen. Als je in Marokko de kind-bedelaartjes iets gaf, kon je een sneer krijgen, ze scholden je verrot, want ze wilden meer. De woorden blij, tevreden of dankbaarheid staan niet in hun woordenboeken. Integendeel, ze waren boos en venijnig. Zo ook onze Dahiou. Hij was weliswaar akkoord met ons hogere voorstel, maar al scheppend en spittend mopperde hij luidkeels dat hij veel meer geld wil. Ik begrijp het, natuurlijk wil hij meer, maar dat het hier zo slecht gesteld is met de sociale voorzieningen, is niet onze schuld.

In onze rubriek SpanjeVerhalen zijn meer verhalen van Barbara (en andere ingezonden verhalen) te lezen. KLIK HIER

Daags voordat Dahiou zou beginnen vroeg hij mij om een voorschotje. Dat gaf ik hem, maar dit bedrag aftrekken van zijn ‘loon’ mag ik natuurlijk niet. “Ik werk toch niet voor niets?” Kijk, je bent nooit te oud om te leren, zelfs de Algerijnse logica denk ik nog te kunnen begrijpen. Ik heb dus mijn lesje geleerd en geef vanaf nu nooit meer een voorschot.

Ik zal verder vertellen van Dahiou. Nadat hij twee flinke kruiwagens grint had verwerkt vond hij het wel weer welletjes. Hijgend en puffend met zijn handen in zijn zij zag ik hem zeer geïnteresseerd de tuin inkijken en toen naar mij, inschattend of ik hem zag, en toen hij zich onbespied waande nam hij een spurt naar de sinaasappelboom, plukte daar snel een sinaasappeltje van af en loerde sneeky om zich heen  of hij niet gesnapt was. Even voor de goede orde: van mij mag hij sinaasappeltjes plukken zoveel hij wil, maar jatten is andere koek. Gewoon vragen is een betere optie. Maar oké, ik zei er niets van en toen hij even later weer aan het scheppen was, mopperend en wel, was mijn ergernis hierover al weer weg. Tot het moment dat ik hem met de auto naar huis bracht en hij in de auto zat te mekkeren, omdat-ie naar Nederland wil, want een vriend van hem in Nederland krijgt zomaar duizend euro per maand of hij nou werkt of niet. Dát moet toch wel een Luilekkerland zijn! Dat lijkt onze Dahiou wel wat en hij gooit een lijntje uit: hoe kan hij het best naar Nederland gaan, mag hij niet met ons meerijden? Hoe kan hij daar wonen, hij wil een eigen woning, in Nederland word je wel geholpen!  Hoeveel kost de verwarming, moet de kachel de hele dag aan? Hij had gehoord dat je bijzondere bijstand krijgt als je geld tekort komt. Stom om hier te blijven sjacheren, in Nederland komen de euro’s vanzelf in je portemonnee rollen. Zo denkt onze Dahiou over Nederland!

Ik voelde me verplicht om hem de werkelijkheid bij te brengen: het is niet meer zo makkelijk als vroeger om je in Nederland te vestigen, de woningen liggen niet voor het opscheppen, de vaste kosten zijn vele malen hoger dan hier in Spanje en zo ging ik nog even door. Helaas zette dit relaas van mij behoorlijk kwaad bloed. Dit wil hij niet horen. Zat hij toch al op de mopperstoel, nu werd het nog erger, alsof ik de oorzaak ben van al zijn ellende.

’s Avonds hoorden wij Laika in de tuin vreselijk tekeer gaan. We kijken er niet meer van op, zij dartelt hier avond aan avond luid blaffend door de tuin, zoals wij denken: achter de konijntjes aan of misschien naar een voorbij wandelende vos of zo, dus we besteedden er geen aandacht aan. De volgende dag zag ik direct na mijn eerste blik in de tuin, dat de sinaasappelboom leeg is. De mooie boom die zó vol hing, er hangt niet één sinaasappeltje meer. Ik zeg niet dat ik Dahiou verdenk, dat mag ik niet van Egbert, maar ik denk wel dat hij dat ene gepikte sinaasappeltje erg lekker vond! Smaakte vast naar meer.

Maar het belangrijkste zou ik bijna nog vergeten: de berg grint is weggewerkt, de tuin ziet er weer gelikt uit, en we gaan weer over tot de orde van de dag.

Groeten van Barbara van Wijk