Egbert en Barbara overwinteren elk jaar in Fortuna bij Murcia. Ze houden het thuisfront op de hoogte van hun reilen en zeilen met wekelijkse brieven, die wij elke zaterdag publiceren. Zo kunt u meegenieten van hun belevenissen, van de grappige en minder grappige dagelijkse voorvallen, Spaanse wetenswaardigheden, kortom alles wat elke overwinteraar tijdens zijn of haar verblijf in Spanje kán meemaken. Daarbij moet dat niet als een kritiek op de levenswijze in Spanje gezien worden maar wel een verslag over hoe het leven anders kan zijn voor de voor- en ook nadelen.
“Kunnen we de camper komen halen?” vraag ik aan de Spaanse camperdealer waar ons beestje al een hele tijd staat voor een servicebeurt. En wij maar geduldig wachten op een telefoontje dat hij klaar zou zijn, maar dat telefoontje kwam maar niet. Dus zelf maar even gebeld. “Si, si, kom hem maar halen.” Hoi. Nog even een vraagje: “Is de achteruitkijkcamera gemaakt?” Eigenlijk vond ik mijn vraag nogal dom, als je hem kunt halen dan is hij klaar zou je denken. “Nee, die doet het niet,” is het antwoord op mijn blijkbaar toch niet zo heel domme vraag. “Niet?” “Ik vroeg toch of we hem konden halen?” Het wordt even stil aan de andere kant van de lijn. “U kunt hem toch ook halen, dát vroeg u toch?” Jazeker, dat vroeg ik, maar de achteruitkijkcamera doet het toch nog niet? “Nee, maar dát vroeg u ook niet, u vroeg of u hem kon halen!” Spaanse logica.
“En wat nu?” probeer ik weer wat lijn in het gesprek te krijgen. “Tja, de monitor is kapot.” Aha. “En wat nu?” vraag ik nog eens. “Tja, die monitor doet het niet meer.” Nee, dat had ik al begrepen. Ik vraag maar niet verder, maar laat een stilte vallen in het gesprek, in de hoop dat mijn gesprekspartner vanzelf met een oplossing komt. Niet dus. Deze tactiek helpt dus niet, ik moet het over een andere boeg gooien.
“Kan die gerepareerd worden?” Over een domme vraag gesproken! “Koop maar een nieuwe, we hebben net de nieuwste types binnen.“ Is het geen garantiekwestie dan?” doe ik een poging. “Hij is nog geen drie jaar oud.” Maar dan blijkt dat we twee jaar garantie hebben, de dealer vindt drie jaar wel heel erg stokoud. Nou! Daar is het laatste woord nog niet over gezegd. Hoe dit afloopt? Geen idee, maar voorlopig gaan we op reis zonder monitor op de achteruitkijkcamera.
Enfin, het leven gaat door. We zijn al een tijdje in de weer met het aanbouwen van een zonnekamer, ofwel een serre. Er zijn twee sterke mannen bezig, maar nu staan ze te kijken hoe ze de leuke Spaanse boogjes op ons terras moeten wegzagen. Ik hoor ze overleggen en versta zo ongeveer wat ze zeggen. De hele onderkant moet eraf!
Gelukkig kon ik nog net op tijd ingrijpen. “Wat zegt u?? Hoor ik het goed?? Nee hoor, die boogjes zijn juist zo leuk, niet weghalen hoor, niks daarvan, u hoeft er toch alleen maar een hapje uit te zagen!” Mijn Spaans begrijpen ze, maar dit is wél veel meer werk dan hun idee om de boogjes in z’n geheel weg te zagen. Na een hele hoop gedoe gaan de twee heren weg. Even later komen er twee andere mannen. Weer een hoop gedoe en een hoop gekrakeel. De hele buurt kan horen dat hier gewerkt gaat worden. Wát die twee kwamen doen weet ik niet, maar na tien minuten verdwenen deze twee ook weer.
In onze rubriek SpanjeVerhalen zijn meer verhalen van Barbara (en andere ingezonden verhalen) te lezen. KLIK HIER
Wij keken elkaar aan. Wat gebeurt hier toch allemaal?? En wat denk je? Een kwartier later komen er weer twee andere mannen aan, deze zijn voorzien van een zware gereedschapskist en ernstige gezichten. Ze zijn dus serieus van plan om iets te gaan doen. Er volgt een hoop gehak en geklop, waarna er een slijptol op de boogjes wordt gezet. Heel eventjes en toen hoorden we een lelijk woord. Bleek dat de slijptol alleen voor steen geschikt is, maar niet voor het metaal dat in de boogjes zit. Nou moet je weten dat dit al het vierde huis is dat ze doen, allemaal hebben ze dezelfde boogjes met hetzelfde ijzer, maar toch hadden ze bij ons geen metaalslijper bij zich. Zij dus weer weg. Gelukkig kwamen ze even later wel weer terug, dit keer mét het geschikte ding.
Weer een hoop herrie, maar nu lukte het om een hapje uit de boogjes te zagen. De gezichten klaarden op, ze zijn duidelijk opgelucht dat het gelukt is, maar niet zo heel lang, want dan komen ze erachter dat ze stenen nodig hebben om een abusievelijk ontstaan gat te dichten. Of wij misschien stenen hebben? Nee wij hebben geen stenen, lo siento! Er volgt een diepe stilte en in de voorhoofden een dito rimpel. Weer een probleem.
Een eindje verderop wordt een huis gebouwd, weten zij. Ik hoor het ze zeggen. “Daar zijn vast we een paar stenen.” Ze kijken mij terloops aan inschattend of ik het gehoord heb. Ja ik heb het gehoord en schud mijn hoofd. Dit kan niet! Ze beginnen tegen elkaar te fluisteren, ik mag het duidelijk niet verder horen. Ik draai me maar om en loop weg, dit wil ik ook echt niet horen. “Zijn er mensen daar?” fluistert de een naar de ander. “Het is siësta, man, er is nu niemand.” Ik heb niets gehoord, maar zie hem even later wel een paar stenen in het gat troffelen. Olé!
Morgen komen de glazen panelen en dan kunnen we onze terraskamer feestelijk inwijden. Ik verheug me erop. Nu maar even de oordopjes weer uit mijn oren halen en het keurig gedichte gat inspecteren.
Groeten van Barbara van Wijk