SEVILLA – Als de mensen uit een streek wegtrekken, komt dat tenminste de fauna ten goede zou je denken. Jammer genoeg is dat niet altijd het geval. In delen van het Zuidelijke Andalucië die zijn leeggelopen, stelt men jammer genoeg vast dat bepaalde vogelsoorten het ook niet zo goed doen.
Het ziet er naar uit dat de tijd waarin iedereen die het weekend doorbracht naast een korenveld of een olijfboomgaard meteen een groep patrijzen tegen het lijf liep voorbij is. Het landelijke Andalusië, vooral het leeggelopen deel, loopt namelijk ook leeg op vlak van vogels.
Het gaat vooral om vogelsoorten die goed gedijen in landbouwgebieden. Volgens een studie van SEO/Birdlife in de Atlas van Spaanse vogels zijn heel wat soorten die 20 jaar geleden veel voorkwamen in heel Spanje sterk achteruit gegaan. Het gaat dan bijvoorbeeld om de tapuit, de kwartel of de patrijs.
Voor de Alzacola of de Witbrauwwaaierstaart is de situatie zelf ronduit dramatisch. In heel Spanje is 94,8% van de populatie verdwenen. Vooral het intensifiëren van de wijnbouw of de olijfboomgaarden heeft de habitat van het vogeltje stevig verstoord. Sinds 1990 is ook nog eens 76% van de insecten verdwenen.
SEO/Birdlife vraagt dat de wetgeving zich zo schikt dat zij landbouwpraktijken die de biodiversiteit ten goede komen meer steunt. Ze vraagt de pesticiden terug te dringen, terreinen wisselend braak te laten of wilde zones naast de velden te behouden. In minder bevolkte gebieden primeert jammer genoeg meestal de intensieve landbouw, waarbij een of enkele boeren grote stukken land bewerken. Vaak is het ook die vorm van landbouw die schadelijke stoffen inzet om de oogst te maximaliseren. Jammer genoeg gaat het de soorten die nauw bij de landbouw leven dus niet goed voor de wind in de lege delen van Spanje.