Uit nieuwe cijfers blijkt dat zelfstandigen in Spanje na hun pensionering gemiddeld 39 procent minder pensioen ontvangen dan werknemers in loondienst. Waar een gepensioneerde werknemer ongeveer 1.667 euro bruto per maand krijgt, moeten zelfstandigen het doen met gemiddeld 1.010 euro bruto.
Hoewel dit bedrag in een jaar tijd met zo’n 46 euro is gestegen, blijft het verschil groot en structureel. Volgens de organisatie Uatae zou het bij dit tempo meer dan een eeuw duren voordat zelfstandigen dezelfde pensioenrechten hebben als werknemers.
Het probleem treft vooral vrouwelijke zelfstandigen. Hun gemiddelde pensioen ligt op slechts 845 euro per maand, tegenover ruim 1.123 euro bij mannen. Dat is een achterstand van 25 procent binnen de zelfstandigen zelf en zelfs 55 procent als je het vergelijkt met een mannelijke werknemer in loondienst.
Uatae noemt de huidige situatie “onaanvaardbaar” en waarschuwt dat veel zelfstandigen na hun loopbaan in feite tot de groep van de armste gepensioneerden behoren. Het stelsel bevoordeelt werknemers, terwijl zelfstandigen vaak jarenlang lagere bijdragen betaalden om hun bedrijf draaiende te houden.
De organisatie pleit daarom voor een rechtvaardiger systeem waarin zelfstandigen pensioenpremies afdragen op basis van hun werkelijke inkomsten. Dat zou de kloof met werknemers sneller kunnen verkleinen en meer zekerheid bieden voor toekomstige generaties.
Toch is er voorzichtig optimisme: de laatste hervormingen hebben gezorgd voor een lichte stijging van de uitkeringen. Maar zonder diepgaande veranderingen blijft de ongelijkheid tussen zelfstandigen en werknemers een van de hardnekkigste problemen in het Spaanse pensioenstelsel.
