Spanje en Portugal hebben een overeenkomst gesloten om de spoorverbinding tussen Madrid en Lissabon nieuw leven in te blazen. Volgens het Portugese Ministerie van Infrastructuur zal er vanaf 2030 een reguliere trein rijden die de twee hoofdsteden in ongeveer vijf uur met elkaar verbindt. Vier jaar later moet ook een hogesnelheidslijn operationeel zijn die de reistijd verkort tot slechts drie uur.
De plannen maken deel uit van het gezamenlijke project van de Europese Commissie binnen de zogenaamde Atlantische Corridor, die belangrijke steden in Zuidwest-Europa beter met elkaar moet verbinden. Voor zowel Spanje als Portugal betekent dit een grote stap vooruit in duurzame mobiliteit en een aantrekkelijk alternatief voor de vele korteafstandsvluchten tussen beide landen.
Portugal heeft aangekondigd in 2026 te starten met de bouw van een nieuw traject tussen Poceirão en Bombel, dat in 2029 klaar moet zijn. De studies voor de lijn tussen Lissabon en Évora worden in 2027 afgerond, waarna in 2028 de Spaanse sectie Plasencia–Talayuela volgt. De verbinding tussen Évora en Caia moet al in 2026 in gebruik worden genomen.
De hogesnelheidslijn zal lopen van Évora via Caia naar Badajoz en verder richting Madrid. Deze lijn krijgt het Europese signaalbeveiligingssysteem, zodat treinen zonder technische barrières tussen beide landen kunnen rijden. Met de voltooiing in 2034 zou de reistijd tussen de hoofdsteden met twee uur worden verkort ten opzichte van de conventionele trein.
Toch zijn er twijfels over de haalbaarheid van de planning. Vooral de bouw van een nieuwe brug over de Taag bij Lissabon zorgt voor onzekerheid. Deze brug is cruciaal voor de aansluiting op het nieuwe netwerk, maar de voorbereidende werkzaamheden zijn nog niet begonnen.
Als alles volgens plan verloopt, kunnen reizigers binnen tien jaar comfortabel per trein van Lissabon naar Madrid reizen, met een verbinding die zowel sneller als milieuvriendelijker is dan het vliegtuig.