De Spaanse landbouw staat onder druk door een groeiend tekort aan arbeidskrachten. Steeds minder Spanjaarden kiezen voor werk op het land, vooral vanwege het zware fysieke werk en de lage beloning. Hierdoor moeten boeren steeds vaker terugvallen op buitenlandse arbeidskrachten.
De landbouworganisatie La Unió legt uit dat duizenden hectaren citrusbomen dreigen niet geoogst te worden. De mechanisatie is beperkt inzetbaar en het handwerk blijft noodzakelijk. Tegelijkertijd daalt de belangstelling voor landarbeid onder de lokale bevolking gestaag.
Ook de boerenorganisatie AVA-ASAJA trekt aan de bel. Zij wijzen op het schrijnend tekort aan gespecialiseerd personeel, zoals snoeiers, plukkers, irrigatiemedewerkers en tractorbestuurders. De organisatie pleit voor meer agrarische opleidingen en extra financiële prikkels om werkzoekenden richting de landbouw te trekken.
De cijfers liegen er niet om: tijdens de laatste citruscampagne werd 90 procent van de arbeidscontracten afgesloten met migranten uit landen als Marokko, Senegal, Peru en Pakistan. Zonder hun inzet zouden veel citrusvruchten op het veld blijven liggen, met directe gevolgen voor de beschikbaarheid van deze producten in binnen- en buitenland.
En het probleem beperkt zich niet tot citrusvruchten. Ook in andere sectoren zoals de rijstteelt, wijnbouw en olijfoogst is het personeelstekort nijpend. Deskundigen benadrukken het belang van goed georganiseerde arbeidsmigratie en pleiten voor contractering in de herkomstlanden.
De Spaanse landbouwsector waarschuwt: zonder directe maatregelen en investeringen in scholing en personeelsvoorziening komt de voedselproductie in gevaar. De inzet van migranten is nu onmisbaar, maar een structurele aanpak is nodig om de toekomst van het platteland veilig te stellen.