Het debat over het invoeren van een belasting op huisdieren blijft een actueel en gevoelig onderwerp in Spanje. Frankrijk overweegt een jaarlijkse belasting voor hondenbezitters om kosten voor schoonmaak en afvalbeheer te dekken. Dit voorstel is geïnspireerd door Duitsland, waar hondenbelasting al decennia bestaat en gemiddeld tussen de 102 en 120 euro per hond per jaar bedraagt. In sommige Duitse steden lopen de tarieven zelfs verder op. Ook in Spanje wordt al jaren gediscussieerd over een hondenbelasting.
In Spanje zijn eerdere pogingen om een hondenbelasting in te voeren weinig succesvol gebleken. In Zamora werd tussen 2019 en 2023 een jaarlijkse belasting van negen euro per geregistreerde hond geheven. Hoewel het geld bedoeld was voor dierenwelzijn en onderhoud van openbare ruimten, zorgde de belasting voor een daling in het aantal geregistreerde honden en veel weerstand onder inwoners. Dit leidde uiteindelijk tot het schrappen van de belasting.
Ook in Palencia werd in september 2023 een voorstel gedaan om een vergelijkbare belasting in te voeren. Dit initiatief kreeg echter weinig steun en werd verworpen. Critici vinden dat hondenbezitters onevenredig worden belast en dat de maatregel adoptie ontmoedigt. Bovendien maakt de in 2023 ingevoerde Spaanse Wet op Dierenwelzijn landelijke invoering lastig.
Nederland en België
In Nederland is hondenbelasting een van de oudste gemeentelijke belastingen. Deze belasting werd oorspronkelijk ingevoerd om de verspreiding van hondsdolheid te beperken, maar tegenwoordig heffen steeds minder gemeenten deze bijdrage. In 2024 int nog slechts 35% van de Nederlandse gemeenten hondenbelasting.
De tarieven verschillen per gemeente. In Hendrik-Ido-Ambacht betalen hondenbezitters bijvoorbeeld 145,44 euro per hond per jaar, terwijl Schiedam een bescheiden bedrag van 18,40 euro rekent. Sommige gemeenten hanteren hogere tarieven voor meerdere honden. In De Bilt loopt de belasting op tot 333 euro voor twee honden.
In België is de hondenbelasting sinds 2018 afgeschaft. Voorheen hieven sommige Belgische gemeenten een jaarlijkse belasting, maar deze werd als achterhaald beschouwd. Het besluit om de belasting landelijk af te schaffen weerspiegelt een bredere trend in Europa, waarin regelgeving omtrent huisdieren steeds meer gericht is op dierenwelzijn in plaats van financiële lasten.
Hoewel landen zoals Duitsland en Zwitserland laten zien dat een hondenbelasting effectief kan zijn, blijft de maatregel omstreden. Duidelijke transparantie over de besteding van de inkomsten en een eerlijke uitvoering zijn cruciaal voor draagvlak. In Duitsland bracht de hondenbelasting in 2023 maar liefst 421 miljoen euro op, waarvan een groot deel werd geïnvesteerd in dierenwelzijn en openbare voorzieningen.
Het idee blijft echter gevoelig in landen als Spanje, waar weerstand tegen extra kosten voor huisdierbezitters groot is. De discussie blijft daarmee een voorbeeld van hoe belastingmaatregelen sterk worden beïnvloed door cultuur, regelgeving en publieke opinie.