Sinds donderdag moeten alle pluimveebedrijven in Spanje hun dieren binnenhouden. Tot nu toe gold die verplichting alleen in ruim duizend risicogemeenten, maar door het stijgende aantal vogelgriepgevallen breidt de regering de maatregel uit naar het hele land. Dat betekent dat ook biologische bedrijven en kleine boerderijen die direct aan consumenten leveren zich eraan moeten houden.
De belangrijkste reden voor deze strengere aanpak is de toename van besmettingen in Europa en de bewegingen van trekvogels in deze periode van het jaar. Volgens het ministerie van Landbouw stijgt het risico doordat wilde vogels vaker in contact kunnen komen met gehouden dieren, vooral tijdens de koudere maanden.
Naast de algemene opsluiting gelden extra maatregelen. Dieren zoals eenden en ganzen mogen niet meer samen worden gehouden met andere soorten. Open waterplaatsen moeten worden afgeschermd, zodat wilde vogels er niet bij kunnen. Ook zijn tentoonstellingen en evenementen met kippen, eenden of wilde vogels tijdelijk verboden om elk risico op verspreiding te vermijden.
Wanneer een volledige opsluiting van de dieren echt niet mogelijk is, mogen boeren netten of andere beschermende afdekkingen gebruiken. Wel moeten voer en water altijd worden aangeboden in afgesloten ruimtes die geen toegang geven aan wilde vogels.
De nieuwe regels komen op een moment dat Europa sinds juli meer dan 139 uitbraken van vogelgriep heeft gemeld. In Spanje zelf gaat het om veertien besmette pluimveebedrijven en tientallen gevallen bij wilde of gevangen vogels. Met deze landelijke maatregelen hoopt de regering verdere verspreiding te voorkomen en de sector te beschermen.
