In Spanje duikt een opvallende woontrend op: drijvende huizen. Volgens de website Vandal zijn er al modellen van 32 vierkante meter die vanaf 25.000 euro te koop zijn. Deze kleine, maar moderne woningen drijven op een platform en kunnen op meren of rustige kustgebieden geplaatst worden. Het concept wint snel aan aandacht, vooral nu betaalbare huisvesting steeds moeilijker te vinden is. Maar er zijn ook veel obstakels in Spanje.
De voordelen zijn duidelijk. Een drijvend huis kan goedkoper zijn dan een traditioneel huis en sneller geplaatst worden. Er is geen dure bouwgrond nodig en het biedt een uniek gevoel van vrijheid en natuur. Bovendien zijn deze huizen duurzaam ontworpen, met materialen die waterbestendig zijn en soms zelfs zonnepanelen bevatten.
Toch is het nog maar de vraag of dit in Spanje echt een breed toepasbaar alternatief is. De meeste wateren zijn beschermd of hebben strikte regels, waardoor het niet eenvoudig is om zomaar een drijvend huis te plaatsen. Gemeentelijke vergunningen, waterschapsregels en aansluiting op elektriciteit en riolering maken het proces vaak complex en duurder dan gedacht.
Ook praktisch gezien zijn er uitdagingen. Wonen op het water betekent rekening houden met onderhoud, vochtproblemen, veiligheid bij stormen en het transport van de woning. Daarnaast is nog niet duidelijk hoe de Spaanse overheid deze huizen juridisch classificeert: zijn het boten, recreatiewoningen of volwaardige huizen?
Voorlopig lijken drijvende woningen vooral interessant voor wie op zoek is naar een vakantieverblijf of een alternatieve levensstijl. Toch zou dit concept in de toekomst kunnen groeien, zeker nu klimaatverandering en ruimtegebrek steeds meer invloed hebben op de woningmarkt.
Of wonen op het water in Spanje echt een realistisch alternatief wordt, hangt dus vooral af van hoe flexibel de regelgeving en infrastructuur zich de komende jaren ontwikkelen. Voor avontuurlijke kopers is het in elk geval een spannend en vernieuwend idee.
