In 2021 hebben Spaanse jagers een recordaantal van 744.000 stuks groot wild (caza mayor) gedood, een stijging van 27% vergeleken met 2020. Dit is het hoogste aantal sinds dat men in 2005 begon met de jaarlijkse jachtstatistieken bij te houden. De populariteit van de jacht op groot wild, zoals everzwijnen, herten, geiten en steenbokken, neemt toe. Tegelijkertijd daalt het aantal jachtvergunningen en neemt het aantal gedode konijnen en vogels af. In totaal werden dat jaar 18,8 miljoen dieren gedood door jagers.
De Spaanse jachtsector telt ongeveer 681.000 jachtvergunninghouders. Dit aantal daalt al jaren en ligt in 2021 32% lager dan in 2002. Toch hebben steeds meer jagers een vergunning voor een groot kaliber geweer voor de jacht op groot wild. Eind 2021 waren er 380.500 van deze wapens geregistreerd, 18% meer dan in 2013. Dat blijkt uit deze cijfers (PDF) over 2021 van het Spaanse ministerie van Landbouw.
Jachtvergunningen worden per regio (licencias autonomicas) afgegeven terwijl er ook jachtvergunningen voor het hele land (licencias interautonomicas) bestaan, maar dat is een veel lager aantal. Andalusië heeft met 220.000 de meeste regionale jachtvergunningen, gevolgd door Castilla-La Mancha (88.000), Castilië en León (83.000), Galicië (36.000), Valencia regio en Catalonië (33.000 elk), Baskenland (32.000) en Aragón (30.000).
In totaal werden er in Spanje in 2021 18,8 miljoen dieren gedood door jagers. Dit is iets lager dan het gemiddelde van 20 miljoen in de afgelopen 10 jaar. De economische waarde van gedode dieren in Spanje is ook gestegen naar meer dan 85 miljoen euro.
Klein wild en vogels
Opvallend is de daling van het aantal gedode konijnen (conejos) met een totaal van 5,7 miljoen, fors minder dan de 6 miljoen in 2010 en 2013. Er werden ook 280.000 hazen (liebres) en 180.000 vossen (zorros) gedood.
Ook het aantal gedode vogels (aves) daalde naar bijna 12 miljoen, het laagste aantal sinds 2008. Dit wordt deels veroorzaakt door een tijdelijk verbod op de jacht op Europese tortels dat in 2021 van kracht werd. Tussen 2015 en 2019 werden jaarlijks gemiddeld 700.000 tortels gedood. De grootste groep vogels die gedood zijn waren 4 miljoen lijsters (zorzales), 2,6 miljoen duiven (palomas) gevolgd door 2,5 miljoen Patrijzen (perdices) en 1 miljoen kwartels (codornices).
Groot wild
Ondanks de algemene daling is het aantal gedode dieren van groot wild (caza mayor) fors toegenomen. Zo werden er in 2021 meer dan 434.000 everzwijnen (jabalíes) gedood, een verdubbeling in 10 jaar tijd en voor het eerst meer dan 400.000. Een van de redenen hiervoor is de behoefte aan populatiebeheer van everzwijnen.
Ook werden er meer herten (ciervos) gedood met 162.000 exemplaren, 78.500 reeën (corzos), 28.000 damherten (gamos), 19.000 steenbokken, 16.000 wilde schapen (muflones) en 2.000 gemsbokken (rebecos) gedood. De redenen hiervoor zijn de toegenomen populariteit van trofeejacht en de behoefte aan populatiebeheer van sommige overvloedige soorten zoals everzwijnen.
