Door de overvloedige regenval in maart en april zijn de waterkrachtcentrales in Spanje tijdelijk de belangrijkste producent van elektriciteit geworden. In de afgelopen week leverden deze centrales maar liefst 57 procent van alle opgewekte stroom, waarmee ze andere duurzame energiebronnen zoals zonne-energie (36 procent) en windenergie (8 procent) voorbijstreefden.
Deze uitzonderlijke situatie is te danken aan de aanzienlijke toename van water in de reservoirs, waardoor de turbines van waterkrachtcentrales op volle kracht konden draaien. Voor het eerst in lange tijd werd waterkracht daarmee weer de dominante bron van elektriciteitsproductie in Spanje.
Een direct gevolg van deze overvloedige productie van duurzame energie was de tijdelijke sluiting van beide reactoren van de kerncentrale Almaraz, vanaf middernacht op 16 april. Door het overschot aan goedkope hernieuwbare stroom werd kernenergie simpelweg niet meer competitief op de elektriciteitsmarkt.
Ook de elektriciteitsprijzen lieten een opmerkelijke daling zien. Op 16 april werd het gemiddelde tarief voor huishoudens met een gereguleerd contract vastgesteld op slechts 12,14 euro per megawattuur. Tussen 11.00 en 19.00 uur daalde de prijs zelfs tot nul euro. Dit laat duidelijk zien hoe grote invloed hernieuwbare energie op de energiekosten kan hebben.
Deze situatie laat zien dat duurzame energie steeds belangrijker wordt in Spanje. Daardoor komen oudere energiebronnen zoals kernenergie onder druk te staan. Dat is goed voor het milieu en de kosten voor mensen, maar het roept ook vragen op over hoe betrouwbaar het elektriciteitsnet blijft en of oude centrales nog wel nodig zijn.