In sommige Europese landen blijven veel mensen ook na hun pensioen actief op de arbeidsmarkt. Vooral in Oost-Europa is dat goed te zien. Maar hoe zit dat in Spanje? Daar blijven opvallend weinig mensen doorwerken na hun 65e. Spanje staat zelfs op de derde laagste plaats in de ranglijst, en scoort daarmee duidelijk slechter dan Nederland en België.
In Estland blijft 69% van de mensen tussen 50 en 74 jaar werken binnen zes maanden na hun pensioen. Andere landen in de top 10 zijn IJsland met 65%, Letland met 58%, Ierland en Noorwegen beide met 57%, Zweden en Litouwen met 56%, Zwitserland en Finland met elk 50% en Cyprus met 47%. Alle percentages zijn naar boven afgerond.
Nederland staat op de twaalfde plaats met 24%, terwijl België met 13% op plek 24 staat. Spanje bungelt onderaan met slechts 7,6%, alleen Griekenland (7%) en Roemenië (4%) doen het nog slechter.
Veel van de doorwerkende gepensioneerden zijn zelfstandig ondernemer. In Zweden blijft maar liefst 98 % van hen actief. Finland en Ierland volgen met zo’n 90 %, Nederland met 83% en België met 57%. In Spanje en Griekenland zijn deze cijfers beduidend lager: respectievelijk 18 % en 20 %. Spanje staat in dit geval helemaal onderaan de lijst en doet het slechter dan Griekenland.
De meeste gepensioneerden kiezen ervoor om deeltijds te blijven werken. Gemiddeld werkt 57 % van hen parttime in Europa. In België is dat met 78 % zelfs het hoogst, gevolgd door Nederland met bijna 58 %. Er zijn ook duidelijke verschillen tussen beroepen. Vooral mensen die actief waren in de landbouw, visserij en bosbouw blijven vaak werken, net als managers. Ongeveer 40 % van hen blijft actief. Ook verkopers en technici gaan regelmatig na hun pensioen door.
