BARCELONA – In de autonome regio Catalonië moeten alle bars en restaurants sinds 16 oktober gesloten zijn als maatregel in de strijd tegen het coronavirus. Dat is voor de horeca opnieuw een tegenslag in deze pandemie en ook veel inwoners van Catalonië zien er de lol en het nut niet van in. Maar er zijn ook slimmeriken die gewoon in de auto stappen en naar restaurants en bars buiten Catalonië gaan om toch met de familie of met de partner van een zondaglunch te kunnen genieten.
Het afgelopen weekend hadden veel restaurants in de autonome regio Aragón en de Valencia regio het drukker dan normaal in een corona-weekend. Terrassen zaten zo goed als vol en daar waar het mogelijk is om binnen te eten waren de tafels ook goed bezet.
De reden daarvoor was dat duizenden inwoners van Catalonië waar de restaurants gedurende 15 dagen gesloten zijn, naar de aangrenzende regio’s trokken omdat daar de restaurants gewoon open zijn (weliswaar met de eigen corona-maatregelen).
Dat zorgde voor een drukte in de typische toeristische gebieden en dorpen in de Pyreneeën van Aragón of in het zuiden in de provincie Teruel en het Matarraña gebied. Maar ook de strandpaviljoens en restaurants in kustplaatsen als Peñiscola, Vinaros en Benicarló hadden het drukker dan normaal in deze ongewone en onzekere tijd.
Je zou dus kunnen zeggen ‘de een zijn dood (niet letterlijk) is de ander zijn brood’ want terwijl de horecaondernemers in Catalonië met lede ogen moeten toezien hoe ze geen inkomen hebben omdat de zaak op slot moest van de autoriteiten, verdienen de horecaondernemers in Aragón en de Valencia regio weer meer geld.
Maar de vraag is natuurlijk welk effect dit zal hebben op de verdere verspreiding van het coronavirus. De reden tot sluiting van de horeca is juist om de kans op besmetting tegen te gaan en met de verplaatsing van de inwoners van Catalonië kan het virus geëxporteerd worden naar gebieden buiten Catalonië. De tijd zal het leren.