24 april is Werelddag van de laboratoriumdieren maar over hoeveel dieren gaat het in Spanje?

24 april is Werelddag van de laboratoriumdieren maar over hoeveel dieren gaat het in Spanje?
beeld: Canva
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

Elk jaar op 24 april staat men stil bij de Werelddag van de laboratoriumdieren. Vooral de dierenrechten organisaties organiseren op deze bewuste dag demonstraties en acties om mensen erop attent te maken dat er wereldwijd meer dan 10,5 miljoen dieren gebruikt worden bij experimenten in laboratoria. Maar om hoeveel dieren gaat het eigenlijk in Spanje, Nederland en België?

Bij de viering van deze dag gaat het zeker niet om een feest maar staat men stil bij het leed van miljoenen katten, honden, apen, konijnen, muizen en andere dieren die onder dwang zijn geïnjecteerd met giftige stoffen, chirurgisch verminkt worden of zelfs onderworpen zijn aan angstaanjagende situaties om angst en depressie te veroorzaken, aldus Cruelty Free Europe. Terwijl de laboratoria zeggen dat het gebruik van dieren onmisbaar is willen tegenstanders dat er naar alternatieven wordt gezocht.

Wereldwijd worden jaarlijks meer dan 10,5 miljoen dieren gebruikt bij experimenten in laboratoria waarvan een groot deel dat niet overleefd terwijl een klein deel het geluk heeft geadopteerd te worden na het testen. Uit de laatste cijfers uit 2017 blijkt dat in Europa 20% meer honden werden gebruikt wat neerkomt op 25.700 honden. Verder wordt geschreven over meer dan 3.000 katten,  385.000 konijnen, 88.000 varkens en 74.000 schapen om enkele dieren te noemen.

Spanje

Maar als we alleen kijken naar Spanje, om hoeveel dieren gaat het dan? Het aantal dieren dat in Spanje in 2020 gebruikt werd bij dierproeven is volgens de jaarcijfers vergeleken met 2019 met 9% afgenomen naar 761.012 dieren, 7% minder dan in 2018. Circa 57% van deze proefdieren waren knaagdieren (vooral muizen), 14% waren vissen (vooral zebravis), 17% waren vogels (vooral pluimvee), 3% waren konijnen en minder dan 1% waren honden en katten. In 2020 werden in Spanje voor wetenschappelijk onderzoek 789 honden en 779 katten gebruikt terwijl in 2019 nog 1.463 honden en 542 katten werden gebruikt, een aantal dat in 2019 in het geval van honden 1.132 en wat betreft katten 276 was.

Als we naar aantallen kijken dan gaat het om 430.742 muizen (ratones), 104.448 vissen (pez cebra y otros peces en 970 inktvissen), 135.401 kippen en andere vogels (aves de corral y otras aves), 36,741 ratten (ratas), 19.925 konijnen (conejos), 11.654 cavia’s, hamsters en andere knaagdieren (cobayas, hámsteres y otros roedores), 8,723 varkens (cerdos), 5.903 reptielen, klauwkikkers en amfibieën (reptiles, xenopus y otros anfibios). Er worden jaarlijks ook ongeveer 475 makaken apen gebruikt, maar nooit grote apen zoals chimpansees en ook nooit voor cosmetisch onderzoek, iets wat verboden is binnen de Europese Unie.

Het aantal onderzoekscentra dat openlijk toegeeft gebruik te maken van dieren bij wetenschappelijke experimenten is in 2020 toegenomen naar 153. Daarbij geeft men aan dat er steeds minder dieren gebruikt worden, omdat men zoekt naar alternatieven en men de behandeling van de proefdieren wil verbeteren. Maar sommige experimenten kunnen alleen worden uitgevoerd met levende organismen. Men begrijpt dat er een zekere sociale gevoeligheid is rondom de kwestie van proefdieren, maar de meeste mensen weten dan vaak niet dat het noodzakelijk is in sommige gevallen om levende dieren te gebruiken.

Nederland

Volgens de jaarcijfers van het Nederlandse ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit werden in 2020 in totaal 448.798 dieren gebruikt voor dierproeven, een kleine toename van 142 dieren vergeleken met 2019. Maar het doden van dieren alleen voor het gebruik van hun organen, weefsels of lichaamsvloeistoffen merkt Nederland, in tegenstelling tot de EU, aan als dierproef. In 2020 werden hiervoor 42.020 dieren gebruikt waardoor het aantal dierproeven voor de Europese registratie minder is, te weten 406.788 dieren.

Als we naar aantallen kijken dan gaat het om 148.291 muizen en 87.169 ratten, 63.314 kippen en andere vogels, 58.993 zebravissen en andere vissen, 15.373 konijnen, 11.997 cavia’s, hamsters en andere knaagdieren, 9.192 varkens en 4.090 runderen. Er werden in Nederland ook 237 klauwaapjes, rhesusapen en java-apen gebruikt bij dierproeven.

Wat betreft honden en katten is dat in Nederland in 2020 gestegen vergeleken met 2019, om precies te zijn van 550 honden in 2019 naar 803 honden in 2020 en van 171 katten in 2019 naar 604 katten in 2020. In 2018 waren dat nog 1.016 honden en 120 katten.

Vlaanderen

Net zoals in Nederland en Spanje vinden ook in Vlaanderen dierproeven plaats. Voor 2020 wordt er volgens de jaarcijfers gesproken over 220.609 dieren, 13% minder dan de 253.433 dieren in 2019. Op het niveau van de diersoorten werden muizen (57,74%), kippen (18,14%) en zebravissen (7,31%) het meest gebruikt in dierproeven in 2020. 

Als we naar aantallen kijken dan gaat het om 127.379 muizen en 10.075 ratten, 44.664 kippen en andere vogels, 18.803 zebravissen en andere vissen, 8.044 konijnen, 2.851 cavia’s, hamsters en andere knaagdieren, 3.006 varkens en 2.126 runderen. Er werden in Vlaanderen ook 36 rhesusapen, maar geen klauwaapjes en java-apen gebruikt bij dierproeven.

Wat betreft honden en katten is dat in Vlaanderen in 2020 gestegen vergeleken met 2019, om precies te zijn van 1.086 honden in 2019 naar 1.496 honden in 2020 en van 8 katten in 2019 naar maar liefst 253 katten in 2020. In 2018 waren dat nog 410 honden en 245 katten.