De waterreserves in Spanje blijven al wekenlang dalen. Voor de zeventiende week op rij is er minder water opgeslagen in de stuwmeren, die nu op 55,9 procent van hun capaciteit staan. Volgens het ministerie voor Ecologische Transitie komt dit neer op 31.314 hectometer kubieke water.
Alleen al afgelopen week nam de voorraad met 710 hectometer kubieke af, wat meer dan 1 procent van de capaciteit is. Dit gebeurde ondanks dat er in vrijwel heel Spanje regen viel. In Santander werd zelfs 62 liter per vierkante meter gemeten, maar deze neerslag heeft nauwelijks invloed gehad op de reservoirs.
In het noorden van Spanje is de situatie het best. Zo zitten de stuwmeren in het oosten van Cantabrië op 70% en in het Baskenland zelfs op 76%. Ook de bekkens van de Tajo en Miño-Sil rivieren staan er relatief goed voor, met allemaal meer dan 64% capaciteit en de Duero-bekken met bijna 60%.
Minder positief is het beeld in het zuiden en zuidoosten van Spanje. Vooral het Segura-bekken, dat grote delen van Murcia en Alicante bedient, staat er slecht voor met slechts 18%. Ook de Guadalquivir (43%) en de regio’s van Andalusië blijven achter met minder dan 47% vulling.
Toch zijn de huidige cijfers iets positiever dan in eerdere jaren. Er is dit jaar ruim 4.000 hectometer kubieke meer water dan in 2024 en bijna 6.000 hectometer kubieke meer dan het gemiddelde van het afgelopen decennium.
De situatie blijft echter kritiek in de regio’s waar het peil gevaarlijk laag is. De komende weken zal moeten blijken of de herfstregen voor verlichting zorgt of dat Spanje verder afstevent op een structureel tekort.
