Wat ooit een goedkoop basisproduct was, is in Spanje uitgegroeid tot een luxeartikel: eieren. De prijzen zijn de afgelopen jaren flink gestegen en raken inmiddels de portemonnee van bijna elk huishouden. Volgens de Spaanse consumentenorganisatie OCU is de prijs van een dozijn middelgrote eieren tussen 2020 en 2025 met ruim 60% omhooggegaan.
In februari kostten de goedkoopste dozen nog iets meer dan 2 euro, maar in maart lag dat al op gemiddeld 2,60 euro. Een stijging van 25% in slechts één maand. Inmiddels zijn de prijzen nauwelijks nog gedaald, waardoor veel Spanjaarden hun wekelijkse boodschappen moeten aanpassen of simpelweg minder eieren kopen.
De belangrijkste oorzaak van de prijsstijging ligt bij de vogelgriep, die wereldwijd voor tekorten zorgt. Hoewel Spanje zelf niet extreem hard is getroffen, hebben de verstoringen in de internationale handel een groot effect. Minder aanbod betekent hogere prijzen, zeker nu de export blijft groeien en de binnenlandse voorraad krimpt.
Daarbovenop komen stijgende kosten voor energie, diervoeding en lonen. Ook strengere regels voor dierenwelzijn drijven de prijzen op. Boeren moeten investeren in betere leefomstandigheden voor kippen, wat zich direct vertaalt in hogere verkoopprijzen in de supermarkt.
Gemiddeld eet een Spanjaard jaarlijks 137 eieren. In 2023 gaven huishoudens samen meer dan 1,3 miljard euro uit aan eieren, oftewel zo’n 35 euro per persoon per jaar. Dat is zeven euro meer dan een jaar eerder, en voor gezinnen van drie personen betekent dat een jaarlijkse uitgave van ruim 100 euro.
Sommige consumenten zoeken inmiddels naar goedkopere alternatieven zoals tofu, maïszetmeel of lijnzaad als ei-vervanger bij het koken en bakken. Toch blijft het voor velen moeilijk om het vertrouwde eitje te missen, een product dat ooit symbool stond voor betaalbaarheid, maar nu steeds meer luxe lijkt te worden.