Een kwart van de Spanjaarden heeft een hond als huisdier

Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

MADRID – Vorige week is voor de Chinezen het jaar van de hond begonnen en ook in Spanje stond men daar op veel plaatsen even bij stil. Men zou kunnen zeggen dat in Spanje ook een jaar van de hond is want een hond als huisdier/gezelschapsdier is voor 24% van de Spaanse huishoudens heel normaal. In Spanje heeft slechts 9,5% van de huishoudens officieel een kat als huisdier terwijl dat 16 jaar geleden nog 12% was.

Volgens de gegevens van het Estudio General de Medios (EGM) wonen er in Spanje 7.438.689 honden bij 24,1% van de huishoudens. Daarnaast wonen er 430.683 katten bij Spaanse families wat een 9,5% is. 17 jaar geleden in 2001 woonden er nog honden in 23% van de huishoudens maar daalde dat in 2007 naar 20% en steeg dat vanaf 2011 weer naar het huidige 24%. Wat betreft katten was dat aantal 17 jaar geleden in 2001 nog 12% maar is dat gedaald naar 9,5% in 2018.

Er is een uitzondering in Spanje en dat is de stad Madrid waar in 2014 nog 40.551 katten woonden maar nu in 2018 zijn dat er 73.430 geworden. In bijna alle andere steden in Spanje is het aantal katten gedaald in 17 jaar tijd.

Naast honden en katten wonen er ook andere huisdieren in het land zoals 2,7 miljoen tropische vissen en 2 miljoen koud water vissen, 3,5 miljoen kanaries en 3 miljoen andere vogels, 973.467 konijnen, 398.359 reptielen, 417.559 papagaaien, 256.242 hamsters en 143.194 fretten (hurones), een aantal wat 774% is gestegen sinds 2012.