Spanje kent op verschillende snelwegen een tolsysteem, maar dat is lang niet overal hetzelfde. De tarieven, beheerders en voorwaarden verschillen sterk per regio. De centrale overheid werkt al langere tijd aan plannen voor een landelijk, uniform tolsysteem, zodat automobilisten straks niet meer te maken hebben met zulke grote prijsverschillen.
Uit een nieuw rapport van Automovilistas Europeos Asociados (AEA) blijkt dat de huidige verschillen fors zijn. De duurste tol vind je bij de Túneles de Artxanda in Bilbao, waar je 50 cent per kilometer betaalt voor een traject van slechts drie kilometer. Daarna volgen de Cadí-tunnel in Catalonië (47 cent/km), de Vallvidrera-tunnel bij Barcelona (30 cent/km), het traject Sant Cugat–Manresa (29 cent/km) en de route Castelldefels–El Vendrell (23 cent/km).
Aan de onderkant van de lijst staan de goedkoopste tolwegen. In Galicië is de verbinding Puxeiros–Baiona het voordeligst met slechts 6 cent per kilometer, gevolgd door A Coruña–Carballo (7 cent/km). Ook Arrigorriaga–Santurtzi in Vizcaya en de ringweg van Alicante zijn goedkoop met zo’n 10 cent per kilometer. Op de ringweg geldt soms zelfs een overheidssubsidie waardoor je niets betaalt.
Het AEA-onderzoek laat zien dat prijzen niet alleen per weg, maar ook per moment kunnen verschillen. Negen van de 32 onderzochte trajecten hebben variabele tarieven. Zo kost de AP-71 (León–Astorga) ’s nachts bijna drie keer minder dan overdag. Op de AP-7 tussen Alicante en Cartagena stijgt de tol in de zomer juist met 76 procent, terwijl het in andere periodes gratis kan zijn.
De AEA adviseert automobilisten om zich vooraf goed te informeren over actuele prijzen, zeker in toeristische gebieden en tijdens vakanties. Wie dat niet doet, kan onaangenaam verrast worden door hoge kosten.
Ondertussen blijft de vraag of een landelijk systeem de huidige ongelijkheden kan verkleinen. Tot die tijd is het verstandig om je route slim te plannen en te weten waar je het meeste of juist het minste betaalt.