Het recent gesloten akkoord tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten over importtarieven heeft voor Spanje slechts een gematigde economische impact. In 2024 exporteerde Spanje voor zo’n 18.000 miljoen euro naar de VS, wat neerkomt op iets meer dan 5 procent van de totale Spaanse export en minder dan 2 procent van het bbp.
In het akkoord is afgesproken dat een vast tarief van 15 procent wordt geheven op EU-exportproducten naar de VS. Dat is aanzienlijk lager dan de eerder aangekondigde tarieven van 20 tot 30 procent, en veel milder dan de dreiging van 50 procent die voor 1 augustus op tafel lag. Amerikaanse producten blijven echter zonder tarief de EU binnenkomen.
Voor Spanje zijn vooral de sectoren landbouw, voeding, machines en chemie gevoelig voor deze wijziging. Producten zoals olijfolie en wijn, waarin Spanje een sterke exportpositie heeft, worden nu getroffen. Spanje is koploper in olijfolie-export naar de VS en er is bezorgdheid dat de wijnverkoop met tot 10 procent kan dalen.
Volgens schattingen van de Spaanse Kamer van Koophandel en CaixaBank Research zal de schade voor de Spaanse economie ongeveer 0,15 procent zijn. Dat past bij eerdere voorspellingen. De centrale bank van Spanje noemt de gevolgen daarom beperkt en beheersbaar.
Hoewel het op papier meevalt, maken sommige sectoren zich zorgen. De Spaanse voedsel- en drankfederatie (FIAB) vindt het akkoord oneerlijk. Ze willen hulp van de overheid, vooral voor kleinere bedrijven.
Spanje pleit tot slot voor nieuwe onderhandelingen over vrijhandel met de VS, zodat dit soort tarieven in de toekomst kunnen worden vermeden. Het huidige akkoord wordt gezien als een tijdelijke oplossing die verdere actie vereist.