De bever is een dier dat onze verbeelding spreekt. In Aragón lijdt de mens soms echter ook onder zijn aanwezigheid. In de buurt van de stad Calatayud vinden landbouwers steeds meer omgeknaagde fruitbomen. Ze noemen de bever een invasieve soort en vragen om actie.
Twee pas gevelde perenbomen, zeven stompjes, een dode, half omgeknaagde boom en nog een dozijn aangetaste bomen. Dat is de balans die de eigenaar van een fruitteler in Embid de La Ribera (Calatayud) opmaakt na de doortocht van de bever. De hele vallei van de Jalón heeft last van het beestje.
“Drie of vier jaar geleden begon ik de schade te zien, maar eerst knaagden ze enkel takken af”, vertelt Jesús Ángel Hernández, een 67-jarige landbouwer uit Embid de La Ribera. Op zijn terrein zijn de verliezen alleen al dit jaar goed voor zo’n 700 kilogram Ercolini peren. In Embid verhinderen de bergen de fruitteelt op de meeste plaatsen. De landbouwers moeten het land dicht bij de rivier gebruiken en komen zo in aanvaring met de bevers. “Als ze zo’n boom omknagen, duurt het 25 jaar voor we weer een gelijkaardige boom hebben”, beklaagd Jesús zich.
Voor hem ligt het grootste probleem hem in het feit dat de bever een beschermd dier is. Hij noemt de soort ook invasief omdat hij ze nooit eerder zag. “Wat is het volgende dat ze hier loslaten? Een boa? Twee leeuwen?” Bij de overheid klinkt echter een andere versie. De bever stierf ooit uit in Aragón en werd in 2003 weer illegaal uitgezet. De bever is dus wel degelijk inheems en geniet een hoge beschermingsstatus.
Wie schade lijdt door bevers kan de boswachters waarschuwen. Die kijken dan met welke materialen de boomgaarden beter kunnen worden beschermd.